Rechtbank Noord-Nederland, 2 augustus 2024, Exmoorpony’s mogen op het Aekingerzand blijven
(ECLI:NL:RBNNE:2024:3021)
Essentie
De rechter oordeelt dat de eisers onvoldoende hebben aangetoond dat de aanwezigheid van Exmoorpony’s het risico op aanvallen door wolven op hun paarden vergroot. Daarnaast strekt de zorgplicht voor de Exmoorpony’s niet tot bescherming van de belangen van de paardenhouders, waardoor er geen sprake is van een onrechtmatige daad jegens hen.
Rechtsregel
Voor het aannemen van onrechtmatigheid bij het vergroten van het risico op aanvallen door wolven, moet voldoende bewijs worden geleverd dat het specifieke handelen daadwerkelijk het risico heeft vergroot en dat de geschonden zorgplicht de belangen van de eisers beschermt.
Feiten
Sinds april 2024 laat Staatsbosbeheer het natuurgebied Aekingerzand begrazen door Exmoorpony’s. Aekingerzand maakt deel uit van het Natura 2000-gebied Drents-Friese Wold & Leggelderveld en wordt beheerd door Staatsbosbeheer. In dit gebied leeft ook een roedel wolven. Staatsbosbeheer heeft een samenwerkingsovereenkomst met de ponyeigenaar, waarin de opdracht is gegeven om het natuurgebied door Exmoorpony’s te laten begrazen. Op 2 april 2024 zijn twaalf Exmoorpony’s in het Aekingerzand geplaatst, zonder beschermingsmaatregelen tegen de wolven.
Eisers, die in de nabijgelegen woonplaatsen paarden houden, vorderen dat het begrazen van het Aekingerzand door Exmoorpony’s binnen 48 uur moet worden gestaakt. Zij stellen dat Staatsbosbeheer een onrechtmatige daad jegens hen pleegt door de Exmoorpony’s zonder wolfwerende maatregelen in het natuurgebied te plaatsen. Volgens eisers leren de wolven hierdoor hoe zij op pony’s moeten jagen, wat het risico vergroot dat ook hun eigen paarden worden aangevallen. Dit risico is volgens hen onrechtmatig verhoogd en vormt een dreigend risico voor hun paarden.
Staatsbosbeheer betwist de vordering en stelt dat zij hun zorgplicht niet hebben geschonden. Zij menen dat afschermingsmaatregelen niet nodig zijn omdat de sociale kuddestructuur van de Exmoorpony’s voldoende bescherming biedt. Bovendien hebben eisers volgens Staatsbosbeheer niet aangetoond dat het gedrag van de wolven is veranderd door de aanwezigheid van de Exmoorpony’s, noch dat de wolven hun aandacht zouden verleggen naar de paarden van eisers.
Oordeel rechtbank
De voorzieningenrechter wijst de vordering van de paardenhouders af. Het risico dat de paarden door wolven worden aangevallen bestond al vóór de komst van de Exmoorpony’s. De paardenhouders hebben niet aannemelijk gemaakt dat dit risico is vergroot door de aanwezigheid van de Exmoorpony’s in het Aekingerzand. Er zijn geen concrete aanwijzingen dat het gedrag van de wolven is veranderd door de aanwezigheid van de Exmoorpony’s, en het aantal aanvallen op paarden en pony’s in de omgeving is niet gestegen sinds de komst van de Exmoorpony’s.
Daarnaast stelt de voorzieningenrechter dat zelfs als Staatsbosbeheer c.s. hun wettelijke zorgplicht jegens de Exmoorpony’s zou schenden, deze zorgplicht niet strekt tot bescherming van de belangen van de paardenhouders. De zorgplicht is bedoeld ter bescherming van de Exmoorpony’s zelf en niet ter voorkoming van schade aan de paarden van derden. Daarom kan de vordering uit onrechtmatige daad niet worden toegewezen.
Conclusie van de rechter is dat de vordering van de eisers moet worden afgewezen, omdat zij onvoldoende hebben onderbouwd dat hun paarden extra gevaar lopen door de aanwezigheid van de Exmoorpony’s en omdat de geschonden norm niet ter bescherming van hun belangen strekt.