ECLI:NL:RBNNE:2019:3630 (Ontslag ambtenaar na porno kijken op werkplek)

Rechtbank Noord-Nederland, 14 augustus 2019, Ontslag na porno kijken op werkplek
(ECLI:NL:RBNNE:2019:3630)

Door Esmee Kuipers

Essentie

Ambtenarenrecht. Een ambtenaar wordt ontslagen wegens het bekijken van pornografische beelden op werkplek. Volgens verweerder is er sprake van plichtsverzuim.

Rechtsregel

Is er in dit geval sprake van plichtsverzuim? In art. 50 lid 1 ARAR staat dat een ambtenaar zich moet houden aan de plichten die uit zijn functie voortvloeien en zich te gedragen zoals een goed ambtenaar betaamt.

In art. 80 lid 1 ARAR is bepaald dat de ambtenaar, die de hem opgelegde verplichtingen niet nakomt of zich aan plichtsverzuim schuldig maakt, disciplinair kan worden gestraft. In het tweede lid van dat artikel staat beschreven dat plichtsverzuim zowel het overtreden van enig voorschrift omvat als het doen of nalaten van iets, hetwelk een goed ambtenaar in gelijke omstandigheden behoort na te laten of te doen. Op grond van art. 81 lid 1 onder l ARAR kan ontslag als disciplinaire straf worden opgelegd.

In de Gedragscode Integriteit Rijk is opgenomen dat het bekijken van pornografische, aanstootgevende of (seksueel) intimiderende afbeeldingen verboden is. In de Personele Uitvoeringsbepalingen Belastingdienst staat dat het uitdrukkelijk niet is toegestaan om actief pornografisch, gewelddadig materiaal te bekijken of op de werkplek aanwezig te hebben.

Inhoud

Eiser was in dienst bij de Rijksoverheid als medewerker Documentaire Informatiedienst bij de Belastingdienst. Een collega heeft eiser, tijdens diensttijd en in bijzijn van een cliënt, op heterdaad betrapt bij het kijken naar pornografische afbeeldingen op zijn dienstlaptop. Vervolgens is eiser geschorst nadat uit onderzoek naar zijn internetgeschiedenis bleek dat hij via de werklaptop regelmatig pornosites bezocht en daarbij extreme afbeeldingen bekeek van o.a. onthoofdingen, kannibalisme, extreem geweld, incest en seks met jonge meisjes.

Voorgaande is voor verweerder aanleiding geweest om eiser te ontslaan. Volgens verweerder heeft eiser zich schuldig gemaakt aan ernstig plichtsverzuim. Eiser wordt aangerekend dat hij tijdens werktijd op een diensteigendom naar deze afbeeldingen heeft gekeken, terwijl hij wist dat er collega’s of  cliënten konden binnenkomen, dat hij hier niet eerlijk over is geweest en daardoor een deel van zijn werkbare tijd niet op kantoor is geweest.

Eiser voert aan dat dat hij erkent de gestelde feiten te hebben begaan, maar het ontslag een te zware straf vindt. Hij wijst erop dat hij excuses heeft gemaakt, dat hij veel pijn, verdriet en vernedering ervaart, dat hij al een tijd thuis zit en hij voldoende is gestraft door de schorsing.
De rechtbank oordeelt dat de gedragingen van eiser te kwalificeren zijn als plichtsverzuim.

De rechtbank is van oordeel dat verweerder erop mocht vertrouwen dat eiser de laptop die hem ter beschikking was gesteld om zijn werkzaamheden uit te voeren niet zou gebruiken voor het bezoeken van pornografische sites. Eiser heeft dat vertrouwen in ernstige mate geschaad. Daarbij weegt de rechtbank mee dat eiser bewust het risico heeft genomen dat ook collega’s en anderen op zijn beeldscherm konden meekijken en dat hij, nadat hij was betrapt, nog enige tijd is doorgegaan met het bezoeken van de sites. Dat eiser zijn excuses heeft gemaakt, dat hij spijt heeft en dat hij zich vernederd voelt, doet aan het oordeel dat sprake is van een evenredige disciplinaire straf niet af.

De rechtbank komt tot de conclusie dat verweerder eiser op basis van art. 81 lid 1 onder l ARAR onvoorwaardelijk ontslag mocht verlenen.