Rechtbank Noord-Holland, 1 mei 2025, Werknemer met burn-out naar een festival
(ECLI:NL:RBNHO:2025:4696)
Essentie
Een werknemer werd op staande voet ontslagen omdat zij tijdens haar burn-out een festival bezocht. De rechter oordeelde dat dit geen geldige reden was voor ontslag, zeker niet omdat haar behandelaar adviseerde ‘af en toe iets leuks te doen’. Ook andere verwijten, zoals onbereikbaarheid en vermeend liegen over haar verleden, bleken ongegrond of onvoldoende onderzocht. De werkgever had te snel en onzorgvuldig gehandeld. Het ontslag werd vernietigd en de werknemer kreeg recht op loon, terugbetaling van een ingehouden bedrag en vergoeding van kosten.
Rechtsregel
Een ontslag op staande voet is slechts rechtsgeldig als sprake is van een dringende reden in de zin van artikel 7:678 BW, waarbij minder ingrijpende maatregelen onvoldoende zijn. De werkgever moet zorgvuldig handelen, hoor- en wederhoor toepassen en de feiten goed onderzoeken. Alleen de bedrijfsarts mag oordelen over arbeids(on)geschiktheid.
Uitspraak
Feiten
De werknemer trad op 21 augustus 2024 in dienst bij Timing Personeelsdiensten B.V. als intercedent op Schiphol. Zij was in dienst met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd tot en met 20 maart 2025. Op 22 november 2024 viel zij uit door een burn-out. De bedrijfsarts bevestigde in december dat werkhervatting nog niet aan de orde was. In januari werd vastgesteld dat herstel na een geplande operatie op 30 januari moest worden afgewacht voordat re-integratie kon worden besproken.
Op 21 januari 2025 bood Timing de werknemer twee opties aan: ziek uit dienst gaan met een Ziektewetuitkering of zich beter melden onder vrijstelling van werk. Vervolgens liet de werknemer op 28 januari weten dat zij nog niet wist hoe haar herstel zou verlopen, waarmee zij impliciet koos voor ziek uit dienst.
Op 29 januari 2025 werd zij echter op staande voet ontslagen. Zo verweet haar werkgever haar dat zij tijdens ziekte uitging, onbereikbaar was en had gelogen over haar arbeidsverleden en psychische toestand. Daarnaast zou ze ongeschikt zou zijn voor haar functie. De werknemer erkende dat zij een festival had bezocht, maar benadrukte dat zij nog steeds ziek was en therapie volgde.
Uitspraak rechtbank
De kantonrechter oordeelde dat geen van de aangevoerde redenen een dringende reden opleverde voor ontslag op staande voet. De werkgever had onvoldoende onderzoek gedaan, geen hoor- en wederhoor toegepast en had moeten overleggen met de bedrijfsarts. De rechtbank vernietigde het ontslag. De werknemer kreeg loon toegekend tot het einde van het contract, terugbetaling van een ingehouden bedrag, wettelijke verhoging en rente, vergoeding van buitengerechtelijke kosten en proceskosten.