ECLI:NL:RBNHO:2023:13609 (Ernstig verwijtbaar handelen werkgever)

Rechtbank Noord-Holland 22 december 2023, Arbeidsovereenkomst niet verlengd als gevolg van ernstig verwijtbaar handelen werkgever
(ECLI:NL:RBNHO:2023:13609)

Essentie

Het gaat in deze zaak om de vraag of het besluit van de werkgever om de arbeidsovereenkomst niet voort te zetten verband houdt met ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever, zodat de werknemer ook nog een billijke vergoeding kan krijgen.

Rechtsregel

De arbeidsovereenkomst van werknemer wordt niet verlengd door ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever. Een bestuurslid van de werkgever heeft namelijk seksueel getinte berichten gestuurd naar de werknemer en de werkgever heeft hier niks mee gedaan. Kijkend naar alle omstandigheden leidt dit tot de conclusie aan dat de werknemer een billijke vergoeding toekomt  op grond van art. 7:673 lid 9 BWom ernstig verwijtbaar handelen door de werkgever te compenseren.

Inhoud vonnis

Feiten

De werknemer is op 1 oktober 2021 voor bepaalde tijd in dienst getreden bij de werkgever. De werkgever heeft een bedrijf dat bestaat uit een speeltuin voor kinderen van alle leeftijden. Het bestuur van de werkgever bestaat uit vijf personen.

Op 15 juli 2022 heeft de werknemer een melding gemaakt van ongewenst gedrag van een van de bestuursleden. Hij zou haar in augustus 2021 seksueel getinte berichtjes hebben verstuurd, waaronder een ‘dickpic’. De andere bestuursleden hebben naar aanleiding van de melding een externe vertrouwenspersoon aangesteld. Werknemer heeft zich vervolgens op 17 februari 2023 ziek gemeld. De werkgever heeft naar aanleiding van de ziekmelding van de werknemer op 24 februari een brief gestuurd waarin hij zegt dat de werknemer de situatie heeft laten escaleren. Verder zegt hij dat de afwezigheid van de werknemer niet opgevangen kan worden en het bedrijf dus dicht moet. Hierdoor worden de kinderen teleurgesteld. Dit legt druk op de werknemer. De bedrijfsarts heeft op 17 maart 2023 geconcludeerd dat de werknemer niet belastbaar is om haar eigen werk uit te voeren. Op 12 april 2023 heeft de werknemer nog een gesprek gevoerd met twee bestuursleden. Bij brief op 21 april 2023 heeft de werkgever aan de werknemer laten weten dat het dienstverband niet wordt voortgezet, dit zonder opgaaf van redenen.

Beoordeling

De kantonrechter oordeelt dat het besluit van de werkgever om de arbeidsovereenkomst niet voort te zetten verband houdt met ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever, zodat de werknemer naast de transitievergoeding ook nog een billijke vergoeding krijgt op grond van artikel 7:673 lid 9 BW.

Er was sprake van spanningen tussen partijen. De manier waarop de werkgever daarmee om is gegaan, is ernstig verwijtbaar volgens de kantonrechter. Dit geldt met name voor de e-mail van de werkgever na de ziekmelding van de werknemer. In de mail wordt druk gelegd op de werknemer, wat uitermate ongepast is. Ook de grensoverschrijdende berichtjes van een van de bestuurders zijn ongepast. Deze berichtjes werden tijdens de zitting beschreven door de werkgever als een onhandige flirtpoging, maar dat is volgens de kantonrechter een misplaatste beschrijving van de berichten. Na het gesprek van 12 april 2023 en de officiële klacht van de werknemer had de werkgever meer moeten doen, maar in plaats daarvan werd de werknemer medegedeeld dat de arbeidsovereenkomst niet werd voortgezet. Dit alles leidt volgens de kantonrechter tot de conclusie dat de werknemer ernstig verwijtbaar heeft gehandeld en dat aan de werknemer een billijke vergoeding toekomt.

De rechter is vrij om te bepalen hoe hoog de billijke vergoeding dient te zijn. Bij het bepalen van de omvang van de vergoeding komt het aan op de beoordeling van alle omstandigheden van het geval. Het gaat er uiteindelijk om dat de werknemer wordt gecompenseerd voor het ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever. Hierbij kan rekening worden gehouden met de gevolgen van het ontslag, voor zover deze zijn toe te rekenen aan het aan de werkgever van het ontslag te maken verwijt. Ook kan bepalend zijn hoe lang de arbeidsovereenkomst nog zou hebben voortgeduurd als de werkgever zich niet verwijtbaar had gedragen. In deze zaak had de werknemer al twee keer een arbeidsovereenkomst van bepaalde tijd gekregen. Zij was dus een gewaardeerde werknemer. Waarschijnlijk was de arbeidsovereenkomst dus ook wel nog een keer verlengd, maar de duur van de verlenging is lastig in te schatten, gelet op de spanningen tussen partijen. De werknemer krijgt een billijke vergoeding met een hoogte van zes maandsalarissen.