ECLI:NL:RBNHO:2023:11667 (vrijlaten verkeerde gedetineerde)

Rechtbank Noord-Holland 3 november 2023, Werknemers laten verkeerde gedetineerde vrij
(ECLI:NL:RBNHO:2023:11667)

Essentie

Werknemers hebben de verkeerde gedetineerde vrijgelaten. In dit arrest wordt bepaald of de straffen die hen zijn opgelegd gerechtvaardigd zijn.

Rechtsregel

Bij het opleggen van de straffen aan de werknemers voor het vrijlaten van de verkeerde gedetineerde moet DC Schiphol voldoen aan de vereisten van goed werkgeverschap uit art. 7:611 BW. Hierbij moet ook rekening worden gehouden met het zorgvuldigheidsbeginsel, het gelijkheidsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel. DC Schiphol heeft hieraan voldaan. Voordat de straffen werden opgelegd zijn de werknemers eerst gehoord. Verder waren werknemers 1 en 2 het middelpunt van het onterechte vrijlaten en hadden de andere betrokkenen er weinig mee te maken. De ernst van het gevolg, een gedetineerde die nog vrij rond loopt, rechtvaardigt ook de opgelegde straffen.

Inhoud arrest

Feiten

Op DC Schiphol worden diverse groepen gedetineerden gevangengehouden voor een maximale duur van acht weken of in afwachting van een uitspraak. Een gedetineerde komt binnen op de BAD-afdeling, de Binnenkomst Afdeling Delinquenten. De medewerkers van deze afdeling worden badmeesters genoemd. Een badmeester zorgt voor alle bewegingen van de gedetineerden in en uit DC Schiphol. Bij binnenkomst wordt het dossier van de gedetineerde gecontroleerd en wordt de gedetineerde onderworpen aan een biometrie en bodyscan. Werknemer 1 was een senior badmeester en werknemer 2 was een medior badmeester. Op 17 augustus 2023 hadden werknemer 1 en 2 een avonddienst. Werknemer 1 had die avond de taak om op de teampost te staan. Dit is een post achter de computer waarbij alle verplaatsingen van gedetineerden wordt bijgehouden. Een medewerker van de afdeling bevolking kwam bij de teampost doorgeven dat gedetineerde H. met ontslag kon. Daartoe legde een medewerker een ondertekend ontslagbewijs op het bureau van werknemer 1. Werknemer 1 heeft op de bewegingslijst naar de naam van gedetineerde H. gezocht en alvast het dossier uit de kast gepakt. Gedetineerde H. werd ondertussen in een wachtcel gezet. Na enige tijd is gedetineerde H. door werknemer 2 gecontroleerd. Werknemer 2 heeft hierbij de biometrische gegevens van gedetineerde H. vergeleken met het dossier wat hij van werknemer 1 had gekregen. Deze gegevens kwamen overeen en gedetineerde H. is naar buiten begeleid. Op 18 augustus is DC Schiphol erachter gekomen dat de verkeerde gedetineerde H. is vrijgelaten. Gedetineerde H. had namelijk dezelfde achternaam als de gedetineerde die eigenlijk vrijgelaten moest worden. Aan beide werknemers is een straf opgelegd. Zij worden beide overgeplaatst en krijgen een andere functie. Werknemer 1 had namelijk behoren te controleren of de voorletters en geboortedatum overeenkwamen met het ontslagbewijs. Werknemer 2 had behoren te controleren of de biometrische gegevens overeenkwamen met het ontslagbewijs.

Werknemer 1 en 2 vorderen bij de kantonrechter bij voorlopige voorziening dat zij mogen terugkeren in hun functies en hun eigen werkzaamheden weer mogen hervatten. Als grondslag hiervoor geven ze aan dat de strafopleggingen in strijd zijn met goed werkgeverschap.

Beoordeling

Voor een vordering in kort geding moet sprake zijn van spoedeisend belang. Werknemer 1 en 2 hebben spoedeisend belang. Zij hebben namelijk belang bij een spoedige beoordeling van de vraag of de straffen terecht zijn opgelegd. Hierbij weegt mee dat de overplaatsing en degradatie ingrijpend is. Ook staat het leven van werknemer 1 en 2 op zijn kop en wordt door hen de overplaatsing als beschamend ervaren.

Verder is voor toewijzing van vordering in kort geding vereist dat de vordering die ten grondslag ligt aan de gestelde feiten voldoende aannemelijk zijn en dat het ook in voldoende mate van waarschijnlijkheid is dat die vordering in nog te voeren bodemprocedure zal worden toegewezen. De beoordeling in dit kort geding is dan ook niet meer dan alleen een voorlopig oordeel.

Als eerste wordt de vraag beantwoord of het vrijlaten van de verkeerde gedetineerde aan werknemer 1 en 2 is te wijten. Voldoende aannemelijk is dat werknemer 1 en 2 wisten welke handelingen zij in hun functies moesten uitvoeren bij de vrijlating van een gedetineerde. Het ontslagbewijs was bij het vrijlaten van een gedetineerde leidend en werknemer 1 en 2 waren hiervan op de hoogte maar hebben die procedure niet gevolgd. Werknemer 1 heeft nagelaten het dossier te vergelijken met het ontslagbewijs. Het argument dat werknemer 1 aanvoert dat het op een hectisch moment plaatsvond wordt afgewezen. De onmiddellijke vrijlating moest niet binnen een bepaald tijdsbestek gebeuren. Werknemer 1 had dus ook op een minder hectisch moment het dossier kunnen zoeken. Van werknemer 1, die al 11 jaar in dienst is, mag bij een dergelijke taak de nodige zorgvuldigheid en alertheid worden verwacht.

Werknemer 2 heeft ten onrechte bij de controle van de biometrie niet gecontroleerd of de gegevens overeenkwamen met het ontslagbewijs. Ook mede vanwege zijn lange dienstverband mag hierbij extra zorgvuldigheid en alertheid worden verwacht. Dat hij het dossier van werknemer 1 had gekregen doet daaraan niet af. Werknemer 2 had moeten zorgen dat hij het ontslagbewijs had gekregen zodat hij de controle goed uit had kunnen voeren.

De volgende vraag die moet worden beantwoord is de vraag of de straffen terecht zijn opgelegd. De opgelegde straffen zijn gebaseerd op een contractueel beding in de cao. Bij toepasselijkheid van dit beding moet de werkgever voldoen aan de eisen van goed werkgeverschap, art. 7:611 BW. DC Schiphol heeft met beide werknemers meerdere gesprekken gevoerd. Vervolgens is hen eerst bijzonder verlof verleend zodat DC Schiphol kon nadenken over de vervolgstappen. DC Schiphol moet hierbij rekening houden met het zorgvuldigheidsbeginsel, het evenredigheidsbeginsel en het gelijkheidsbeginsel. DC Schiphol heeft hierbij rekening gehouden met het lange dienstverband en goed functioneren van de werknemers daarom is gekozen voor een lagere straf, namelijk overplaatsing en degradatie in plaats van ontslag. Daarmee is voldaan aan het zorgvuldigheidsbeginsel. Ook is voldaan aan het evenredigheidsbeginsel. Gelet op het zeer ernstige gevolg dat een gedetineerde nog vrij rond loopt zijn de straffen gepast. Ook is voldaan aan het gelijkheidsbeginsel. Dat andere collega’s er ook bij betrokken waren doet er niet aan af dat werknemer 1 en 2 het middelpunt van de onterechte vrijlating zijn geweest.

De kantonrechter oordeelt dat DC Schiphol bij de oplegging van de straffen heeft voldaan aan goed werkgeverschap. De vorderingen van werknemer 1 en 2 worden afgewezen.