ECLI:NL:RBNHO:2020:1745 (Liquidatie kickbokser Coen de Nijs)

Rechtbank Noord-Holland, 6 maart 2020, Liquidatie kickbokser Coen de Nijs
(ECLI:NL:RBNHO:2020:1745)

Door Felicity Garretsen

Essentie

In deze cold case heeft de Rechtbank Noord-Holland de 47-jarige Juri H. veroordeeld tot zestien jaar gevangenisstraf wegens de moord op Coen de Nijs in 2001.

Rechtsregel

De rechtbank legt een langere gevangenisstraf op dan de vijftien jaar die de officier van justitie heeft geëist. De rechtbank heeft daartoe laten meewegen dat de moord in deze zaak alle kenmerken heeft van een goed voorbereide en kille liquidatie en de man geen openheid van zaken heeft willen geven over de vraag waarom het slachtoffer moest sterven. Voor de nabestaanden van het slachtoffer, die al die jaren in onzekerheid hebben verkeerd over de identiteit van de dader maar ook diens motief, is dit zeer zwaar.

Inhoud vonnis

De verdachte heeft kickbokser Coen de Nijs in 2001 op klaarlichte dag in het centrum van Alkmaar van achteren in het hoofd geschoten, waarna het slachtoffer is overleden. Jarenlang was onbekend wie de dader was. Pas toen de verdachte zichzelf in mei 2019 meldde omdat hij een bekentenis wilde afleggen, is deze zogenaamde cold case opgelost.

Bij de beslissing over de sanctie die aan de verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.

De verdachte heeft het slachtoffer in een auto opgewacht. Nadat het slachtoffer hem was gepasseerd, heeft hij het slachtoffer lopend gevolgd terwijl hij een geladen vuurwapen bij zich had. Even verder heeft hij het slachtoffer van achteren in het hoofd geschoten, ten gevolge waarvan het slachtoffer is overleden. De verdachte is vervolgens gevlucht met dezelfde auto, die even later brandend werd aangetroffen. De rechtbank is van oordeel dat sprake is van een kille liquidatie.

De rechtbank veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van zestien jaren wegens moord. Deze opgelegde gevangenisstraf is langer dan de vijftien jaar die de officier van justitie heeft geëist. De rechtbank heeft daartoe laten meewegen dat de moord alle kenmerken heeft van een goed voorbereide en kille liquidatie en de verdachte geen openheid van zaken heeft willen geven over de vraag waarom het slachtoffer moest sterven. Voor de nabestaanden van het slachtoffer, die al die jaren in onzekerheid hebben verkeerd over de identiteit van de dader maar ook diens motief, is dit zeer zwaar. De rechtbank heeft daarom geoordeeld dat de man tevens aan een van de nabestaanden een schadevergoeding van enkele duizenden euro’s moet betalen.