ECLI:NL:RBMNE:2022:3205 (Geslaagd beroep op noodweer na verdediging met mes)

Rechtbank Midden-Nederland, 10 augustus 2022,  Geslaagd beroep op noodweer na verdediging met mes
(ECLI:NL:RBMNE:2022:3205)

Door Julia Ligtenberg

De verdachte in deze zaak doet een geslaagd beroep op noodweer. Tijdens een op hem gerichte aanval steekt hij het slachtoffer in zijn buik. Die overlijdt aan zijn verwondingen. Het feit is wettig en overtuigend bewezen, maar verdachte wordt ontslagen van alle rechtsvervolging.

Essentie

Op 6 februari lag verdachte in zijn kamer op bed toen het slachtoffer zijn kamer in kwam en hem direct aanviel. Verdachte heeft tijdens de aanval een mes gepakt en heeft daarmee het slachtoffer geraakt. Die is aan zijn verwondingen overleden. Ter zitting wordt een beroep op noodweer gedaan. Er wordt daarom ontslag van alle rechtsvervolging bepleit.

Rechtsregels

Voor een geslaagd beroep op noodweer geldt een aantal vereisten. Deze volgen uit artikel 41 Sr. De verdediging moet zijn gericht tegen een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding van het eigen lijf, anders lijf, eerbaarheid of goed. De verdediging mag daarbij niet de grenzen van proportionaliteit en subsidiariteit overschrijden. Tenslotte mag ook geen sprake zijn van eigen schuld.

Inhoud

Verdachte bleek al langere tijd onenigheid te hebben met zijn huisgenoten. Hij is op de dag van het ten laste gelegde feit geslagen en met de dood bedreigd door een andere huisgenoot. In de nacht van 6 februari verbleef hij op zijn kamer en had hij zijn deur op slot gedaan. Er werd daarna meerdere malen op de deur geslagen en gebonkt. Ter verdediging heeft verdachte toen het mes naast zijn bed gelegd, in de hoop een mogelijke binnendringer daarmee af te kunnen schrikken. Toen de deur openging omdat er weer hard op werd gebonkt, kwam het slachtoffer binnen en begon onmiddellijk op de verdachte in te slaan. Verdachte heeft zichzelf vervolgens met zijn rechterarm beschermd en met zijn linkerarm heeft hij het mes gepakt. Met dit mes heeft hij een beweging gemaakt met de bedoeling om af te schrikken. He slachtoffer heeft de kamer vervolgens verlaten.

Ter zitting oordeelt de rechtbank dat de geschetste situatie voldoende aannemelijk is geworden. Verdachte heeft steeds hetzelfde verhaal verteld. Daarbij vindt zijn verhaal ondersteuning in de bewijsmaterialen en verklaringen van getuigen. Er is daarom sprake van een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding van het lichaam van verdachte.

Vervolgens moet gekeken worden naar de proportionaliteit en subsidiariteit. De rechtbank bekijkt of de wijze van verdediging in verhouding stond met de ernst van de aanval en of niet voor een andere uitweg gekozen had kunnen worden.

Er heeft zich tijdens de aanval geen mogelijkheid voorgedaan waardoor verdachte zich aan de aanval kon onttrekken. Hij lag op bed en het slachtoffer hing over hem heen gebogen terwijl hij hem sloeg. De aanval kwam daarbij ook nog onverwacht, dus er was geen tijd om uit bed te stappen.

Het mes staat daarbij ook in redelijke verhouding met de ernst van de aanval. Verdachte lag op zijn rug op bed terwijl het slachtoffer over hem heen stond gebogen. Andere mogelijke vormen van geweld zouden het slachtoffer naar waarschijnlijkheid niet hebben doen stoppen. Daarbij blijkt dat verdachte één enkele beweging met het mes heeft gemaakt. Er is dus ook geen sprake van disproportie.

Conclusie

Op grond van het voorgaande concludeert de rechtbank dat het beroep op noodweer slaagt. Het handelen van de verdachte was noodzakelijke ten tijde van de aanval. De verdachte wordt daarom ten aanzien van dit feit ontslaan van alle rechtsvervolging.