Rechtbank Midden-Nederland, 13 februari 2019, Onrechtmatige luchtballonlanding
(ECLI:NL:RBMNE:2019:514)
Essentie
In deze uitspraak wordt ingegaan op de onrechtmatige daad bij een landing van een luchtballon op particuliere grond.
Rechtsregel
De landing van een luchtballon op particuliere grond zonder toestemming is inbreuk op eigendomsrecht en dus onrechtmatig.
Inhoud vonnis
Feiten
De kantonrechter heeft uitspraak gedaan in een zaak tussen eiser en gedaagde. Op 5 augustus 2014 is de luchtballon van gedaagde, met veertien passagiers, na een ballonvaart geland in een weiland bij de woning van eiser. In het weiland liepen op dat moment paarden. Het landingsproces heeft lang geduurd, omdat de ballon opnieuw moest opstijgen en moest landen op een gunstigere plek. De paarden die zich op het weiland bevonden, zijn in paniek geraakt door de grote luchtballon, het lawaai van de gasbranders en de drukte die ontstond. Als gevolg hiervan is een van de paarden, het springpaard, zo angstig geworden dat eiser het paard heeft moeten euthanaseren. Een ander paard van eiser is na dit incident kreupel geraakt en ook kreupel gebleven.
Eiser vordert een schadevergoeding van 14.463,59 euro en 8.887,72 euro aan buitengerechtelijke incassokosten wegens schade die is ontstaan doordat een luchtballon van gedaagde in zijn weiland landde.
Oordeel rechter
De kantonrechter oordeelt dat gedaagde zonder toestemming van eiser met een luchtballon is geland in zijn weiland. Dit is een inbreuk op het eigendomsrecht van eiser. Eiser heeft op grond van artikel 5:1 BW het recht om als eigenaar, met uitsluiting van ieder ander, gebruik te maken van zijn eigendom, ofwel de grond, zolang dit niet in strijd is met de rechten van anderen.
Naast de inbreuk op het eigendomsrecht van eiser heeft gedaagde ook een onrechtmatige daad gepleegd in de zin van artikel 6:162 BW. Het landen met een luchtballon op grond van iemand anders is een onrechtmatige daad, behalve als er een rechtvaardigingsgrond aanwezig is, zoals toestemming van de eigenaar of een overmachtssituatie. Daar was in dit geval echter geen sprake van, waardoor de rechter tot het oordeel komt dat gedaagde in strijd heeft gehandeld met de zorgvuldigheid die het ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer voorschrijft.
Hoewel gedaagde zich beriep op bepaalde regels uit de Luchtvaartwet en de Gedragscode Ballonvaart, stond vast dat er geen toestemming was gegeven voor de landing. Daarom is gedaagde veroordeeld tot het betalen van de gevorderde schadevergoeding en de buitengerechtelijke incassokosten, net als de proceskosten.