ECLI:NL:RBMNE:2019:3892 (Vordering affectieschade toegewezen)

Rb. Midden-Nederland 22 augustus 2019, Vordering affectieschade toegewezen
(ECLI:NL:RBMNE:2019:3892)

Door Julia Mantel

Essentie

Vordering tot affectieschade toegewezen.

Rechtsregel

Sinds 1 januari 2019 is het mogelijk om affectieschade te vorderen voor naasten en nabestaanden van slachtoffers met ernstig en blijvend letsel en nabestaanden van overleden slachtoffers. Het letsel of overlijden van het slachtoffer moet dan het gevolg zijn van een gebeurtenis waarvoor een ander aansprakelijk is. De rechtbank onderstreept dat deze vergoeding symbolisch is en geen compensatie kan bieden voor het verdriet van de naasten. Voor de toewijzing van affectieschade aan de ouders, moet aansluiting worden gezocht in het besluit vergoeding affectieschade.

Inhoud vonnis

Een 37-jarige man uit Zeist heeft op 9 maart 2019 een verkeersongeluk op de Biltsestraatweg in Utrecht veroorzaakt. Hierbij kwam een voetganger, een Ierse uitwisselingsstudente, om het leven. Na het ongeluk reed de verdachte door. Hij meldde zich pas een dag later bij de politie.

De verdachte reed harder dan de toegestane snelheid van 80 kilometer per uur en was onder invloed van alcohol en drugs. Aangezien de man doorreed na het ongeluk en zich pas een dag later bij de politie meldde, was zijn alcoholpromillage niet nauwkeurig meer vast te stellen, iets dat de rechtbank hem zwaar aanrekent. Bovendien was de verdachte tijdens het rijden bezig met andere dingen, waardoor hij geen zicht had op de weg en het slachtoffer. Ook houdt de rechtbank rekening met enkele andere omstandigheden; zo is de verdachte al eerder veroordeeld voor te hard rijden en voor rijden onder invloed.

Hier staat tegenover dat het slachtoffer op het moment van het ongeluk op de busbaan liep. De verdachte had er volgens de rechtbank vanuit mogen gaan dat er op de busbaan geen voetgangers liepen en zodoende komt de rechtbank tot een lagere straf dan aanvankelijk door de officier van justitie geëist was. De rechtbank veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf van een half jaar, waarvan drie maanden voorwaardelijk. Ook mag hij drie jaar niet autorijden en moet hij zich laten behandelen voor zijn alcoholgebruik.

Dit is een van de eerste zaken waarin de rechtbank een vergoeding van affectieschade toekent. Sinds 1 januari 2019 is het immers mogelijk om affectieschade te vorderen voor naasten en nabestaanden van slachtoffers met ernstig en blijvend letsel en nabestaanden van overleden slachtoffers. Met het begrip affectieschade wordt verwezen naar de immateriële schade die men lijdt door het overlijden dan wel ernstig gewond raken van een naaste, als gevolg van een gebeurtenis waarvoor een ander aansprakelijk is. De rechtbank onderstreept dat deze vergoeding symbolisch is en geen compensatie kan bieden voor het verdriet van de naasten.

De rechtbank is van oordeel dat voor de toewijzing van affectieschade aan de ouders aansluiting moet worden gezocht in het besluit vergoeding affectieschade. Het besluit vergoeding affectieschade gaat uit van vaste bedragen en een vaste kring van gerechtigden. Ouders van thuiswonende kinderen kunnen een bedrag van €20.000,- euro vergoed krijgen wanneer hun kind slachtoffer wordt van een ongeval, terwijl ouders van meerderjarige uitwonende kinderen recht hebben op €17.500,-.

In casu zou het slachtoffer na haar studiejaar in Utrecht weer thuis komen wonen en de nabestaanden verklaren dan ook dat het slachtoffer in de categorie valt van een meerderjarig thuiswonend kind. De rechtbank overweegt dat, indien sprake is van een hogere categorie, er een zodanig hechte band moet worden aangenomen dat voor deze naasten een hoger bedrag op zijn plaats is in vergelijking met de andere tot de kring van gerechtigden behorende naasten. De rechtbank is van oordeel dat hier geen sprake van is, omdat het slachtoffer op het moment van het ongeval uitwonend was nu zij in Utrecht studeerde en hier ook woonde. De rechtbank acht een bedrag van € 17.500,- toewijsbaar per ouder. De rechtbank verklaart de nabestaanden voor het overige deel niet-ontvankelijk.