ECLI:NL:RBGEL:2022:1807 (Vergunning Shisha-lounge)

Rechtbank Gelderland, 8 april 2022, toezegging op horeca-A vergunning geeft geen gerechtvaardigd vertrouwen voor toezegging horeca-C vergunning
(ECLI:NL:RBGEL:2022:1807)

Essentie

De verhuurder van een pand waarin een Shisha-lounge is gevestigd, vroeg een omgevingsvergunning aan voor horeca-C. In eerste instantie is deze vergunning verleend, maar in de beslissing op bezwaar is de aanvraag toch geweigerd. Een ambtenaar had in een e-mail toegezegd dat horeca-A in het pand is toegestaan. De verhuurder dacht hiermee een gerechtvaardigd vertrouwen te hebben op de toezegging van een horeca-C vergunning, maar volgens de rechtbank had hij hier redelijkerwijs niet op mogen vertrouwen.

Rechtsregel

Bij de toezegging van een ambtenaar op het verkrijgen van een horeca-A vergunning, is in beginsel geen vergunning nodig voor het exploiteren van een shisha-lounge. Dit betekent vervolgens niet dat daarmee ook een gerechtvaardigd vertrouwen gewekt is voor het verkrijgen van een horeca-C vergunning.

Inhoud uitspraak

In 2011 heeft de verhuurder van een pand een omgevingsvergunning aangevraagd voor een shisha-lounge in zijn pand. Een ambtenaar heeft toen toegezegd dat het toegestaan is om een shisha-lounge onder de categorie horeca-A te exploiteren. Hierdoor was er volgens de ambtenaar geen omgevingsvergunning nodig. Sindsdien exploiteert de verhuurder een shisha-lounge op de begane grond en een zogenaamd verkooppunt op de verdieping daarboven. In 2018 heeft een nieuwe huurder opnieuw een exploitatievergunning aangevraagd. Hierop is besloten dat er geen horeca is toegestaan in het pand. Om ervoor te zorgen dat dat wel mogelijk is, heeft de verhuurder in 2019 een omgevingsvergunning aangevraagd voor horeca-C in het hele pand.

In eerste instantie heeft de gemeente de omgevingsvergunning verleend. Op dit besluit is door derde-partijen bezwaar gemaakt, omdat zij overlast zouden ervaren van de shisha-lounge. Op basis van dat besluit heeft de gemeente het primaire besluit herroepen.

Een shisha-lounge viel eerder nog wel onder de categorie horeca-A. In 2018 is de visie op shisha-lounges gewijzigd, omdat is gebleken dat deze veel overlast veroorzaken voor de omgeving. Daarom valt een shisha-lounge sindsdien onder de categorie horeca-C.

Overweging

Volgens het bestemmingsplan waar het pand onder valt is deze bedoeld voor onder andere detailhandel en horeca-A tot en met C. In het pand van de verhuurder is volgens het bestemmingplan horeca-A  toegestaan. Horeca-C is dus niet toegestaan.

De rechter heeft vervolgens gekeken of het mogelijk is om binnen- of buitenplanse vrijstellingsmogelijkheid toe te passen. Binnenplanse vrijstellingsmogelijkheid kan toegepast worden op een verdieping boven de begane grond, wanneer de begane grond toestemming heeft voor hetzelfde type horeca. Aangezien de begane grond toestemming heeft voor horeca-A, kan de binnenplanse vrijstellingsmogelijkheid niet worden toegepast voor horeca-C op de verdieping.
Buitenplanse vrijstellingsmogelijkheid kan toegepast worden op grond van artikel 2.12 lid 1 sub a onder 2˚ van de Wabo en artikel 4 lid 9 van bijlage II Bor. Bij toepassing hiervan heeft het college beleidsruimte, en kan dus beoordelen of het de vrijstelling toepast. Bij het beoordelen hiervan heeft de rechter besloten dat deze niet toegepast kan worden, omdat dit onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat tot gevolg heeft.

Als laatste heeft de verhuurder een beroep gedaan op het vertrouwensbeginsel. Een ambtenaar van de gemeente heeft hem toegezegd dat er geen vergunning nodig was geweest voor het exploiteren van een shisha-lounge. Hierop heeft de rechter geoordeeld dat er geen schending van het vertrouwensbeginsel is geweest, omdat de verhuurder er hoogstens op mocht vertrouwen dat een shisha-lounge onder de categorie horeca-A valt. Hij had er dus niet op mogen vertrouwen dat horeca-C in het hele pand toegestaan zou zijn.

Conclusie

De rechter heeft het beroep ongegrond verklaard, de verhuurder zal geen horeca-C vergunning verleend krijgen.