ECLI:NL:RBGEL:2020:4402 (Geen slapend dienstverband bij doorbetaling loon na 2 jaar)

Rechtbank Gelderland, 28 augustus 2020, Geen slapend dienstverband bij doorbetaling loon na 2 jaar
(ECLI:NL:RBGEL:2020:4402)

Essentie

Een arbeidsongeschikte werknemer wendt zich tot de Nijmeegse kantonrechter en stelt de werkgever (Universitair Medisch Centrum Radboud, hierna: Radboudumc) aansprakelijk voor het niet meewerken aan het beëindigen van de arbeidsovereenkomst, voordat deze van rechtswege eindigt vanwege het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd.

Deze uitspraak vormt één van de antwoorden op de vragen die zijn ontstaan na de Xella-beschikking van de Hoge Raad. De werkgever kan onder voorwaarden op grond van goed werkgeverschap gehouden zijn mee te werken aan het voorstel van de werknemer om de arbeidsovereenkomst te beëindigen onder toekenning van de transitievergoeding. De kantonrechter geeft aan dat hier echter geen sprake van is indien de arbeidsovereenkomst nog niet inhoudsloos is geworden doordat op grond van de cao nog steeds loon wordt doorbetaald.

Rechtsregel

Ingevolge het goed werkgeverschap ex artikel 7:611 BW en het Stoof/Mammoet-arrest (ECLI:NL:HR:2008:BD1847) is de werknemer gehouden om onder voorwaarden een redelijk voorstel van de werkgever te accepteren. In de Xella-beschikking (ECLI:NL:HR:2019:1734) heeft de Hoge Raad aangegeven dat een beroep op artikel 7:611 BW ook andersom kan werken. Het kan van de werkgever gevergd worden dat hij de arbeidsovereenkomst op voorstel van de werknemer opzegt.

Waarom zou een werknemer graag willen dat de arbeidsovereenkomst opgezegd wordt? Het gaat in deze situaties om werknemers met een slapend dienstverband. Werkgevers moeten zieke werknemers gedurende twee jaar 70% van het loon doorbetalen ex artikel 7:629 lid 1 BW. Werknemers die na deze twee jaar niet hersteld zijn, blijven in dienst maar ontvangen geen loon meer. De arbeidsovereenkomst is als het ware inhoudsloos geworden. Omdat de werkgever geen loon meer hoeft te betalen, ontbreekt de prikkel om de arbeidsovereenkomst op te zeggen. Het gevolg is dat de werknemer de transitievergoeding ex artikel 7:673 BW misloopt. Uit Xella volgt, kort gezegd, dat de werkgever gehoor moet geven aan het voorstel van de arbeidsongeschikte werknemer om de arbeidsovereenkomst op te zeggen. Mee speelt dat de werkgever op grond van de Compensatieregeling transitievergoeding de transitievergoeding kan verhalen op het UWV.

De kern van het redelijke voorstel van de werknemer is dat het gaat om een slapend dienstverband. Vereist is dat de werknemer geen loon meer ontvangt. Het doorbetalen van loon in het derde ziektejaar leidt er dus toe dat nog geen sprake is van een slapend dienstverband. De werkgever is derhalve niet verplicht om aan de beëindiging mee te werken.

Inhoud uitspraak

In de korte uitspraak onderzoekt de kantonrechter de vraag of het Radboudumc schadeplichtig is als gevolg van het niet meewerken aan de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. De schade van de werknemer zou bestaan uit de misgelopen transitievergoeding die het Radboudumc toch vergoed zou krijgen.

Het Radboudumc stelt daarentegen dat er überhaupt geen sprake is geweest van een slapend dienstverband. Op grond van de Cao UMC was de werkgever immers verplicht om tijdens het derde ziektejaar nog 70% van het loon door te betalen. De arbeidsovereenkomst zou dus nog niet inhoudsloos geworden zijn.

De kantonrechter sluit zich aan bij de stelling van het Radboudumc en overweegt ter toelichting dat de werknemer aanspraak behield op cao-verhogingen, eenmalige cao-uitkeringen, de eindejaarsuitkering, voortzetting van pensioenopbouw, vakantietoeslag en het extra persoonlijk budget. Met de Wet Compensatieregeling transitievergoeding heeft de wetgever beoogd belemmeringen voor de werkgever om de beëindiging van inhoudsloos geworden dienstverbanden weg te nemen onder betaling van de transitievergoeding.

De norm van goed werkgeverschap strekt niet zo ver dat de werkgever in dit geval ook gehouden is om mee te werken aan het verzoek van de werknemer tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst onder betaling van de transitievergoeding.

De kantonrechter wijst de vorderingen dan ook af.