ECLI:NL:RBGEL:2019:4651 (Facebookpagina dierenasiel)

Rechtbank Gelderland, 18 oktober 2019, Facebookpagina dierenasiel
(ECLI:NL:RBGEL:2019:4651)

Door Esmee Kuipers

Essentie

De zaak betreft het beheer van een facebookpagina van een dierenopvangtehuis. Het beheer komt toe aan werkgever omdat de pagina door voormalige werknemer voor werkgever is gestart. De uitlatingen die de voormalige werknemer op deze pagina doet zijn niet onrechtmatig jegens werkgever.

Rechtsregel

Het kort geding betreft een geschil over de vraag aan wie het beheer van de facebookpagina toekomt. Verder rijst de vraag of de door gedaagde geplaatste berichten onrechtmatig zijn jegens Dierenopvangtehuis.

Inhoud

Dierenopvangtehuis exploiteert een dierenasiel. Gedaagde was in dienst bij het Dierenopvangtehuis. Dierenopvangtehuis vordert overdracht van beheer van de facebookpagina. Zij geeft aan dat gedaagde de facebookpagina weliswaar heeft aangemaakt vanuit haar persoonlijke facebookaccount maar dat gedaagde de facebookpagina is begonnen voor Dierenopvangtehuis, met als doel activiteiten van dierenasiel te promoten, in contact te komen met potentiele klanten en contacten te onderhouden met bestaande klanten. De facebookpagina is steeds gebruikt voor en door het dierenasiel.

Gedaagde betwist dat het beheer van de facebookpagina toekomt aan Dierenopvangtehuis. Gedaagde stelt dat, nu zij de facebookpagina op eigen initiatief heeft aangemaakt, aan haar het beheer van die pagina toekomt. Zij heeft het beheer van de pagina nooit aan Dierenopvangtehuis overgedragen. Dierenopvangtehuis heeft jaren profijt gehad van de facebookpagina die door gedaagde werd onderhouden, maar dit betekent niet dat aan Dierenopvangtehuis het beheer van die pagina toekomt.

Uitgangspunt bij de vraag of gedaagde onrechtmatig heeft gehandeld jegens Dierenopvangtehuis is dat toewijzing van de vordering van Dierenopvangtehuis een beperking inhoudt van het in art. 10 lid 1 EVRM (grondrecht op vrijheid van meningsuiting). Een dergelijk recht kan slechts worden beperkt indien dit bij de wet is voorzien en noodzakelijk is in een democratische samenleving, bijvoorbeeld ter bescherming van de goede naam en de rechten van anderen (artikel 10 lid 2 EVRM). Van een beperking die bij de wet is voorzien is sprake, wanneer de uitlatingen in kwestie onrechtmatig zijn in de zin van artikel 6:162 BW.

De rechter stelt dat een facebookpagina kan alleen worden aangemaakt vanuit een persoonlijk facebookaccount. Een facebookpagina kan door organisaties worden gebruikt om zichtbaar te zijn en in contact te komen met hun doelgroep op Facebook. De inhoud van een facebookpagina is openbaar. Degene die de facebookpagina aanmaakt is automatisch beheerder van de facebookpagina maar de beheerder kan de functie van beheerder wel overdragen aan een opvolgend beheerder. Alleen de beheerder van een facebookpagina kan de inhoud van de pagina aanpassen en daarop berichten plaatsen. De voorzieningenrechter neemt tot uitgangspunt dat degene die een pagina aanmaakt in beginsel aanspraak kan maken op het beheer van die pagina. Dit kan anders zijn indien degene die de pagina heeft aangemaakt dat voor of in opdracht van een ander heeft gedaan of wanneer diegene moet worden geacht de pagina te hebben overgedragen. Met betrekking tot de facebookpagina in kwestie is de rechter van oordeel dat aannemelijk is dat Dierenopvangtehuis als rechthebbende op het beheer van de pagina moet worden aangemerkt. Gedaagde heeft de facebookpagina aangemaakt vanuit haar persoonlijke facebookaccount terwijl zij in dienst was van Dierenopvangtehuis. Uit de door Dierenopvangtehuis overgelegde facebookberichten blijkt dat alle inhoud van de pagina gerelateerd was aan de werkzaamheden van Dierenopvangtehuis. Daarnaast volgt uit e-mailwisseling dat op een moment sprake is geweest van een instructie van het bestuur van Dierenopvangtehuis tot verwijdering van een bepaald facebookbericht. Hieraan doet niet af dat Dierenopvangtehuis inmiddels een eigen facebookpagina heeft aangemaakt. Het beheer zal daarom aan Dierenopvangtehuis moeten worden overgedragen.

Dierenopvangtehuis stelt eveneens dat gedaagde kwaadspreekt over Dierenopvangtehuis, gedaagde haar berichten op Twitter smadelijk, lasterlijk en onjuist zijn, maar dit brengt nog niet meteen met zich dat de uitlatingen ook onrechtmatig jegens Dierenopvangtehuis zijn. Er staat vast dat gedaagde de facebookpagina heeft aangemaakt, dat zij in het bijhouden van deze pagina tijd heeft gestoken en dat Dierenopvangtehuis het beheer over deze facebookpagina wil hebben. De overige twitterberichten betreffen haar persoonlijke mening over Dierenopvangtehuis. De tweede vordering zal daarom worden afgewezen.