ECLI:NL:RBGEL:2018:2737 (Foto’s kind op Facebook)

Foto’s kind op Facebook, Rb 31 mei 2018
(ECLI:NL:RBGEL:2018:2737)

Door Lisanne Roestenberg

Essentie

Gezagsgeschil. Verzoek moeder toegewezen dat vader geen foto’s en/of filmpjes van hun kind op Facebook mag plaatsen.

Rechtsregel

Een discussie over het al dan niet plaatsen van foto’s en/of filmpjes op Facebook van een kind tussen ouders is een gezagsgeschil (artikel 1:253, eerste lid, BW). Verzoek toegewezen dat er niets geplaatst mag worden tot het kind vijf jaar is. Het kind heeft er nu zelf nog geen belang bij en heeft geen weet van de privacyaspecten die hierbij komen kijken.

Inhoud arrest

Een vader en een moeder hebben samen een kind, geboren in 2017. De vader erkent het kind en de rechtbank Gelderland geeft bij beschikking van 4 december 2017 beide ouders hebben het gezag over het kind. In de beschikking stelt de rechtbank ook een omgangsregeling vast. Het kind verblijft vanaf 3 januari 2018 iedere woensdag en de heft van de zaterdag bij de vader verblijft. De moeder gaat tegen deze beschikking in hoger beroep.

In de procedure waar het hier om gaat, verzoekt de moeder de rechtbank om haar vervangende toestemming te verlenen om met het kind in 2018 drie vakanties bij familie in het buitenland te mogen brengen: in mei, augustus en oktober. Ten tweede verzoekt ze de rechtbank te bepalen dat de vader geen foto’s en/of filmpjes van het kind op social media mag plaatsen, op straffe van een dwangsom van € 250,- per keer en de al geplaatste foto’s en filmpjes van Facebook moet verwijderen, op straffe van een dwangsom van € 250,- per dag.

De vader verzoekt de rechtbank de verzoeken af te wijzen of aan te houden in afwachting van het hoger beroep over de omgangsregeling.

De rechtbank stelt vast dat de vader al toestemming heeft gegeven voor de vakantie in mei. Dit onderdeel wordt dan ook afgewezen vanwege en gebrek aan belang.

Ten aanzien van de vakanties in augustus en oktober 2018 stelt de vader dat hij hier geen problemen mee heeft, maar dat de verzoeken moeten worden aangehouden totdat de moeder uitbreiding van de omgangsregeling wil. De rechtbank stelt vast dat de omgangsregeling in de voorgaande procedure inmiddels al is uitgebreid: per 1 december 2018 mag de vader eens per kwartaal vier dagen en drie nachten met het kind op vakantie. Dit ter compensatie van de vakanties van de moeder. Nu niet is gebleken dat de vakanties met de moeder niet in het belang van het kind zijn en de vakanties wel in het belang van de moeder zijn, krijgt de moeder van de rechtbank vervangende toestemming voor de vakanties in augustus en oktober 2018.

Ten aanzien van de foto’s en filmpjes op Facebook overweegt de rechtbank dat dit een onderwerp is waarover de ouders samen moeten beslissen, omdat zij het gezamenlijk gezag hebben en deze beslissing ingrijpt op het leven van het kind (artikel 1:245, vierde lid, van het BW). Als de ouders het hierover niet eens zijn, is sprake van een gezagsgeschil als bedoeld in artikel 1:253, eerste lid, van het BW. Het belang van het kind staat hierbij voorop.

De rechtbank stelt vast dat de vader maar één foto van het kind op Facebook heeft geplaatst, namelijk zijn profielfoto. De rechtbank ziet het belang van de moeder zo dat zij bang is dat foto’s die op Facebook worden geplaatst zonder toestemming van de ouders kunnen worden verspreid. Dat is niet uit te sluiten bij Facebook en het voorkomen ervan is in het belang van het kind. Het belang van de vader is dat hij kan laten zien dat hij een trotse vader is en dat zijn kind bij hem is. Dat kan hij ook op andere manieren laten zien, bijvoorbeeld door WhatsApp of een fotoboek. Voor de rechtbank is doorslaggevend dat het kind op dit moment geen belang heeft bij de plaatsing van foto’s op Facebook. Zij is daar nog niet mee bezig en kan zelf niet beslissen over haar privacy. Daarom moet de vader van de rechtbank binnen een week de foto van het kind van Facebook halen en mag hij geen nieuwe foto’s of filmpjes plaatsen, tenzij de moeder hiervoor toestemming heeft gegeven. Delen via WhatsApp mag wel, omdat de moeder dit zelf ook doet.

De rechtbank bepaalt dat deze beslissing geldt totdat het kind vijf jaar oud wordt. Dit omdat de maatschappelijke ontwikkelingen over social media nog in ontwikkeling zijn en dat er een moment komt dat het kind zelf wel kan beslissen over haar privacy en misschien foto’s wil plaatsen om contact te houden met familieleden. Het staat de vader en moeder wel vrij om eerder andere afspraken te maken over het gebruik van Facebook, zolang ze het er samen maar over eens zijn.

De rechtbank gaat er verder van uit dat de vader vrijwillig mee zal werken aan deze afspraken en oordeelt dat het opleggen van een dwangsom de verhoudingen tussen de ouders onder druk zet. Dit is niet in het belang van de minderjarige, waardoor het verzoek van de moeder wordt afgewezen.