Rechtbank Den Haag 11 maart 2025, Foto’s van werknemer door bedrijfsrechercheur
(ECLI:NL:RBDHA:2025:5869)
Essentie
Rechtsregel
Bij een vermoeden van misbruik van ziekteverlof moet een werkgever zorgvuldig te werk gaan. Dit houdt in: het doen van degelijk onderzoek, het bieden van hoor en wederhoor en alleen overgaan tot ontslag op staande voet bij voldoende, overtuigend bewijs. Een enkele momentopname of een vermoeden is onvoldoende. Het inzetten van een bedrijfsrechercheur zonder duidelijke aanleiding kan bovendien disproportioneel zijn en in strijd met de privacyregels.
Inhoud beschikking
Feiten
De werknemer is sinds 2017 in dienst bij Müller Fresh Food Logistics (hierna te noemen: Müller) als logistiek medewerker. In november 2023 meldt hij zich ziek vanwege psychische klachten. Hij volgt sindsdien een hersteltraject conform het advies van de bedrijfsarts. In de maanden daarna ontvangt hij twee waarschuwingen van zijn werkgever wegens vermeende schending van re-integratieafspraken.
Müller vermoedt dat de werknemer tijdens zijn ziekmelding werkzaamheden verricht en schakelt zonder voorafgaand hoor en wederhoor bedrijfsrecherchebureau Hoffmann in. Dit bureau maakt heimelijk foto’s waarop de werknemer op een dak te zien is, samen met zijn schoonvader. De werkgever concludeert hieruit dat de werknemer arbeid verricht tijdens ziekte en ontslaat hem op staande voet. De werknemer betwist dit en stelt dat hij enkel aanwezig was, zonder zelf werkzaamheden te verrichten. Hij verwijst daarbij naar het advies van de bedrijfsarts om lichte activiteiten te ondernemen ter bevordering van zijn herstel. Hierop stapt hij naar de rechter.
Oordeel rechtbank
De rechtbank Den Haag oordeelt dat het ontslag op staande voet onrechtmatig is. Volgens de rechter is geen sprake van bedrog of fraude. De werknemer heeft, zoals door de bedrijfsarts geadviseerd, geprobeerd zijn herstel te bevorderen door lichte sociale en fysieke activiteiten te ondernemen.
De foto’s leveren slechts een momentopname op en zijn onvoldoende bewijs voor het daadwerkelijk verrichten van arbeid. Daarnaast blijkt dat de werknemer direct contact heeft gezocht met zijn werkgever om uitleg te geven, maar daarin niet is gehoord. Het ontslaggesprek vond telefonisch plaats, zonder voorafgaand overleg, en werd door de rechtbank als intimiderend beoordeeld.
Ook andere beschuldigingen, zoals het runnen van een eigen bedrijf en het missen van afspraken, blijken ongegrond en gebaseerd op verkeerde aannames. De rechter benadrukt dat Müller eerst had moeten onderzoeken, overleggen en toetsen, alvorens over te gaan tot het zwaarste middel: ontslag op staande voet. De werkgever heeft ernstig verwijtbaar gehandeld. De rechtbank vernietigt het ontslag en veroordeelt Müller tot betaling van de wettelijke transitievergoeding, een gefixeerde schadevergoeding wegens onregelmatige opzegging en een billijke vergoeding van 35.800 euro wegens ernstig verwijtbaar handelen.