ECLI:NL:RBDHA:2025:2546 (Verbod openbare uitlatingen voor spermadonor)

Rechtbank Den Haag 25 februari 2025, Verbod openbare uitlatingen voor spermadonor
(ECLI:NL:RBDHA:2025:2546)

Essentie

Veroordeling spermadonor om zich te onthouden van uitlatingen in het openbaar over zijn donorkinderen en de ouders van die kinderen. De vrijheid van meningsuiting weegt niet op tegen het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer. Hieronder wordt ook begrepen het recht van de ouders op bescherming van de eer en de goede naam.

Inhoud uitspraak

De feiten

De gedaagde is sinds februari 2007 actief als spermadonor. Gedaagde heeft zijn sperma zowel gedoneerd bij fertiliteitsklinieken in binnen- en buitenland als in de privésfeer na het leggen van contact via diverse sociale media platforms in binnen- en buitenland. Op dit moment zijn met het door gedaagde gedoneerde sperma minimaal 550 kinderen verwekt.

In 2010 is eiseres met de gedaagde in contact gekomen via een website. Tijdens de ontmoeting liet gedaagde blijken dat hij voor vijf gezinnen als spermadonor wilde fungeren. Tussen partijen is een zogenoemde donorovereenkomst gesloten. In de overeenkomst heeft de gedaagde afstand gedaan van al zijn ouderlijke rechten. Op grond van voornoemde overeenkomst is er een kind geboren.

In 2011 is gedaagde zijn YouTube-kanaal gestart, waarop hij ruim 700 video’s over uiteenlopende onderwerpen heeft geplaatst.

Bij vonnis van 28 april 2023 heeft de gedaagde onder andere een verbod opgelegd gekregen om 1) zijn sperma te doneren aan nieuwe wensouders, 2) aan nieuwe wensouders te communiceren dat hij de wens of bereidheid heeft om sperma aan hen te doneren en c) online- en offline advertenties te plaatsen die zien op het doneren van sperma en lid te worden of te blijven van platforms die erop gericht zijn om contact tussen donoren en wensouders tot stand te brengen.

In juli 2024 heeft Netflix een documentaire over het donorschap van de gedaagde uitgebracht, genaamd “The Man with 1000 kids”.

De beoordeling

De rechtbank beoordeelt of er aanleiding bestaat om het recht op vrijheid van meningsuiting (art. 7 GW en art. 10 EVRM) van gedaagde te beperken. Zo’n beperking is slechts toegestaan indien deze bij wet is voorzien en noodzakelijk is in een democratische samenleving ter bescherming van de betrokken belangen (art. 10 lid 2 EVRM). Daarnaast dient een beperking proportioneel te zijn. Van een beperking die bij wet is voorzien is sprake bij onrechtmatige uitlatingen overeenkomstig art. 6:162 BW.

De rechter is van oordeel dat de gedaagde zich bewust dient te zijn van de consequenties die zijn uitlatingen en de media-aandacht hebben voor zowel zijn donorkinderen als hun ouders. Deze plicht vloeit voort uit hetgeen volgens ongeschreven regels in het maatschappelijk verkeer betamelijk is in het licht van hun recht op privacy. Door het handelen van gedaagde verkeren de donorkinderen in een kwetsbare positie en lopen ze risico op psychosociale schade. In het licht van de donorovereenkomst mag van de gedaagde verlangd worden dat hij het verwezenlijken van dit risico niet (verder) bevordert.

Concluderend is voldoende aannemelijk geworden dat gedaagde uitlatingen heeft gedaan die onrechtmatig zijn jegens de donorkinderen en/of hun ouders, en er een reëel risico aanwezig is dat gedaagde zich in de toekomst nogmaals schuldig zal maken. Om die reden is er aanleiding om de vrijheid van meningsuiting van gedaagde te beperken ten behoeve van de donorkinderen en hun ouders ter bescherming van hun recht op eerbiediging van hun persoonlijke levenssfeer.

De beslissing

De rechtbank veroordeelt gedaagde om binnen 48 uur na betekening van het vonnis alle video’s van zijn YouTube-kanaal te verwijderen en verwijderd te houden. Het gaat om video’s waarin hij zich negatief uitlaat over de ouders van donorkinderen die hebben meegewerkt aan de Netflix-documentaire, het contact met zijn donorkinderen en hun geestelijk welbevinden.

Daarbovenop krijgt hij een verbod opgelegd om zich met onmiddellijke ingang publiekelijk op enige wijze uit te laten over de ouders van donorkinderen die hebben meegewerkt aan de Netflix-documentaire.