Rechtbank Den Haag, 15 oktober 2024, Politieagent schendt de wet.
(ECLI:NL:RBDHA:2024:16708)
Essentie
Een politieagent is strafrechtelijk vervolgd vanwege het onrechtmatig verkrijgen van gegevens voor privé-doeleinden. De rechtbank oordeelt dat zijn handelen, dat de privacy van derden schendt en het vertrouwen in de politie ondermijnt, strafbaar is. De ambtenaar kreeg een taakstraf van 60 uur voor het overschrijden van zijn bevoegdheden.
Rechtsregel
Politieambtenaren mogen alleen geautomatiseerde systemen gebruiken voor werkgerelateerde taken. Toegang voor persoonlijke doeleinden is verboden en kan leiden tot strafrechtelijke vervolging.
Feiten
Verdachte, een politieambtenaar, staat terecht voor computervredebreuk. Hem wordt verweten dat hij in de periode van 1 maart 2019 tot en met 20 mei 2020 meerdere keren opzettelijk en wederrechtelijk toegang heeft verkregen tot de servers van de politie. Hij gebruikte de servers voor doeleinden waarvoor hij geen toestemming had.
De officier van justitie betoogt dat de agent schuldig is aan computervredebreuk. De advocaat van de verdachte pleit voor vrijspraak. De advocaat stelt dat de bevragingen die de verdachte heeft gedaan in het systeem noodzakelijk waren voor de uitvoering van zijn functie. Volgens hem is het niet aan de verdachte om te bewijzen dat deze bevragingen gerechtvaardigd waren. De officier van justitie wijst erop dat er geen directe bewijsstukken zijn die aantonen dat de bevragingen niet noodzakelijk waren voor zijn werk.
Tijdens de rechtszitting erkende de verdachte dat hij de bevragingen uitvoerde. Voor de meeste bevragingen kon hij geen concrete redenen geven, wat de rechtbank als problematisch beschouwt. De rechtbank stelt vast dat veel van de bevragingen niet werkgerelateerd waren en dat de verdachte niet heeft voldaan aan de registratieplicht die aan zijn bevoegdheid verbonden is. Dit betekent dat hij geen verantwoording heeft afgelegd voor zijn handelingen.
Oordeel rechtbank
De rechtbank komt tot de conclusie dat de politieagent de grenzen van zijn bevoegdheid overschreed. Door de systemen te gebruiken voor persoonlijke, niet-werkgerelateerde doeleinden, maakte hij gebruik van zijn toegang op een wijze die niet toegestaan was. De rechtbank oordeelt dat de verdachte meermalen opzettelijk en wederrechtelijk binnendrong in het systeem. Dit levert computervredebreuk op.
De rechtbank legt vervolgens een taakstraf op van 60 uur. Zij is van mening dat dit passend is gezien de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is gebeurd en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De rechtbank benadrukt het belang van integriteit en verantwoord gebruik van politie-informatie. Vooral gezien de vertrouwenspositie van politieambtenaren.