ECLI:NL:RBDHA:2022:13241 (Randvoorwaarden aan staking bij PostNL in BSKNJ-periode)

Rechtbank Den Haag 22 november 2022, de voorgenomen staking bij PostNL mag niet doorgaan zonder aan de randvoorwaarden te voldoen
(ECLI:NL:RBDHA:2022:13241)

Essentie

Sinds eind augustus 2022 is PostNL in onderhandeling met onder andere FNV over een nieuwe cao. Na verschillende onderhandelingsmomenten is geen overeenstemming bereikt. Bij brief van 14 november 2022 heeft FNV geconcludeerd uitonderhandeld te zijn en aan PostNL een ultimatum gesteld. Bij het uitblijven van een schriftelijke akkoordverklaring van PostNL zou rekening gehouden moeten worden met het organiseren van collectieve acties, waaronder stakingen en werkonderbrekingen.

PostNL heeft aan FNV laten weten dat zij niet tegemoet kan komen aan de gestelde eisen. Op 17 november 2022 heeft een eerste veiligheidsoverleg plaatsgevonden. In een pamflet heeft FNV vermeld dat op Black Friday een 36-uurs staking start. PostNL heeft ‘randvoorwaarden’ opgesteld, die zouden moeten gelden tijdens de acties. FNV heeft niet toegezegd deze gestelde voorwaarden in acht te zullen nemen.

In dit kort geding vorderen eiseressen (PostNL Pakketten Benelux B.V., Koninklijke PostNL B.V. en Sorgente B.V.) om FNV te verbieden door te gaan met de collectieve acties zonder de gestelde randvoorwaarden in acht te nemen.

Rechtsregel

Uit het Enerco-arrest (ECLI:NL:HR:2014:3077) en het Amsta-arrest (ECLI:NL:HR:2015:1687) volgt dat het recht van werknemers of de hen vertegenwoordigende vakorganisaties op collectief optreden in gevallen van belangengeschillen, met inbegrip van het stakingsrecht, een fundamenteel recht is. Dit recht is neergelegd in artikel 6, aanhef en onder 4, van het Europees Sociaal Handvest (ESH). Deze bepaling heeft volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad rechtstreekse werking in Nederland. De strekking ervan is het waarborgen van de doeltreffende uitoefening van het recht op collectief onderhandelen. Deze strekking brengt, mede gezien het karakter van dit recht als sociaal grondrecht, mee dat een werknemersorganisatie in beginsel vrij is in de keuze van middelen om haar doel te bereiken.

Inhoud uitspraak

De door FNV voorgenomen collectieve acties vallen onder de bepaling uit het ESH. De uitoefening daarvan kan dus alleen langs de weg van art. G ESH worden beperkt. De rechtvaardiging daarvoor is er alleen als de beperkingen van de collectieve actie maatschappelijk gezien dringend noodzakelijk zijn. De rechter dient daarbij alle omstandigheden mee te wegen. Onder meer van belang zijn de aard van de actie, de verhouding tussen de actie en het daarmee nagestreefde doel, de daardoor veroorzaakte schade aan de belangen van de werkgever of derden en de aard van die belangen en die schade. Ook kan van belang zijn of de zogenaamde spelregels zijn nageleefd (zoals het tijdig aanzeggen van de actie en of het collectieve actierecht gebruikt is als een ultimum remedium).

Volgens de eiseressen is de beperking van de collectieve actie maatschappelijk gezien dringend noodzakelijk, omdat zonder die beperking de tijdige bezorging van rouwpost en van medische briefpost en medische pakketten in de BSKNJ-periode (Black Friday, Sinterklaas, Kerst en Nieuwjaar) in gevaar komt. Volgens PostNL moet er tijdens deze periode een minimale personeelsbezetting om de medische pakketstroom ongehinderd doorgang te laten vinden. Dit strekt zich ook uit naar de andere pakketten maar het scheiden hiervan zou niet mogelijk zijn.

De voorzieningenrechter overweegt dat de BSKNJ-periode voor PostNL een periode is van topdrukte. Het is aannemelijk dat PostNL in deze periode ten aanzien van de pakketten met één proces werkt, waarin alle pakketten (medische en niet-medische) verwerkt worden. Dit betekent dat om te voorkomen dat deze pakketten vast komen te zitten bij een staking ‘handmatig’ onderscheid gemaakt zou moeten worden tussen de pakketten. In de BSKNJ-periode gaat het om 1,5 miljoen pakketten per dag.

In het kader van dit kort geding, waarin minder ruimte is voor een uitvoeriger debat en bewijslevering, komt de voorzieningenrechter tot de conclusie dat het in de BSKNJ-periode redelijkerwijs niet mogelijk is om medische pakketpost te scheiden van de overige pakketpost. Juist in deze piek-periode is het van groot belang om de bezetting op een relatief hoog minimumniveau te houden om grote verstoringen in het logistieke proces, die onvermijdelijk zullen leiden tot vertraagde bezorging van medische pakketten, te voorkomen.

De voorzieningenrechter verbiedt FNV om tot 6 januari 2023 door te gaan met het in enigerlei vorm, direct of indirect, organiseren, oproepen tot of verlenen van medewerking of steun van enige vorm van collectieve actie zonder de randvoorwaarden in acht te nemen.