Rb. Den Haag 31 juli 2019, Negeren waarschuwingslampjes auto
(ECLI:NL:RBDHA:2019:7919)
Door Naomi van Burgsteden
Essentie
Verdachte is veroordeeld voor het veroorzaken van gevaar op de weg (artikel 5 Wegenverkeerswet). De auto van de verdachte heeft op enig moment een melding gegeven dat er een probleem was met de bandenspanning. Vervolgens zijn er twee waarschuwingslampjes gaan branden op het dashboard. Verdachte heeft deze waarschuwingslampjes genegeerd en is uiteindelijk, na nog 21 kilometer te hebben gereden, met een kapotte band op de linkerrijstrook van de snelweg tot stilstand gekomen. Dit leidde tot een ernstig ongeluk, omdat de bestuurder van de achteropkomende auto de auto van verdachte niet meer kon ontwijken.
Rechtsregel
Heeft de verdachte door het negeren van de waarschuwingslampjes op zijn dashboard een aanmerkelijke schuld in de zin van artikel 6 Wegenverkeerswet aan het ongeval dat als gevolg daarvan heeft plaatsgevonden? De rechtbank oordeelt dat verdachte uit de melding over de bandenspanning niet hoefde af te leiden dat hij niet verder kon rijden. Hoewel verdachte onvoorzichtig heeft gehandeld en een risico heeft genomen door niet onmiddellijk te voldoen aan zijn onderzoeksplicht en de banden van zijn auto te controleren, leiden zijn gedragingen niet tot het oordeel dat er sprake is van een aanmerkelijke onvoorzichtigheid of onoplettendheid, wat de drempel is voor een veroordeling op grond van artikel 6 Wegenverkeerswet.
Inhoud vonnis
De auto waarin verdachte reed is onderzocht. Bij het uitlezen van de voertuiggegevens is vastgesteld dat verdachte een optische en akoestische waarschuwing heeft gehad over de bandenspanning. Daarbij is de volgende melding op het instrumentenpaneel verschenen: ‘TPMS Bandenspanning: storing! Zie instructieboekje’, waarbij twee gele controlelampjes zijn gaan branden. Aan de hand van de kilometerstanden is vastgesteld dat verdachte na 21 kilometer tot stilstand is gekomen op de linker rijstrook.
Aanmerkelijke onvoorzichtigheid
De melding houdt dus niet in dat er sprake is van een gevaarlijke situatie en dat de auto onmiddellijk langs de kant moet worden gezet. De waarschuwing is volgens de rechtbank niet van dien aard dat de verdachte heeft moeten voorzien dat de band van de auto zou leeglopen en van de velg zou afslaan, waardoor de auto plotseling onbestuurbaar zou worden en een zeer gevaarlijke verkeerssituatie zou kunnen ontstaan. Het is daarbij van belang dat er sprake is van gele lampjes in plaats van rode, wat de indruk wekt dat er geen zodanig defect is dat doorrijden niet meer mogelijk is. Daarnaast hebben zowel verdachte als deskundigen verklaard dat je tijdens het rijden niets hoeft te merken van het leeglopen van de banden, tot het moment waarop het loopvlak van de band is afgereden.
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de verdachte uit de melding over de bandenspanning niet hoefde af te leiden dat hij toen niet verder kon rijden. Hoewel verdachte onvoorzichtig heeft gehandeld en een risico heeft genomen door niet onmiddellijk te voldoen aan zijn onderzoeksplicht en de banden van de auto te controleren, zijn snelheid en de positie op de snelweg niet heeft aangepast, leiden deze gedragingen niet tot het oordeel dat sprake is van aanmerkelijke onvoorzichtigheid of onoplettendheid in de zin van artikel 6 WVW.
Gevaarzetting
Verdachte heeft de waarschuwingen over de bandenspanning genegeerd en heeft nagelaten het instructieboekje te raadplegen en zijn bandenspanning te controleren. Van een gemiddelde weggebruiker mag worden verwacht dat hij een dergelijk onderzoek op korte termijn verricht als hij zo’n waarschuwing krijgt. Een dergelijke melding wordt volgens deskundigen gedaan wanneer de band 20% van zijn omvang heeft verloren. Als verdachte was gestopt om zijn banden te controleren, dan had hij gezien dat zijn linker achterband leegliep. Dan had hij eveneens gerealiseerd dat het gevaarlijk was om door te rijden, zodat dit een verkeersongeval had kunnen voorkomen. Als verdachte in ieder geval zijn snelheid had aangepast en op de rechter rijstrook was gaan rijden, dan had hij toen de band van de velg afsloeg op de vluchtstrook kunnen parkeren en had het ongeluk niet plaatsgevonden. Door de waarschuwingen te negeren en met aanzienlijke snelheid op de linkerrijstrook van de snelweg te gaan rijden, ver van de vluchtstrook vandaan, heeft verdachte concreet gevaar op de weg veroorzaakt. Dit alles heeft geleid tot een verkeersongeval waarbij het slachtoffer ernstig letsel heeft opgelopen.
De rechtbank acht, gelet op de persoonlijke omstandigheden van verdachte en de bestendige jurisprudentie over overtreding van artikel 5 WVW, een taakstraf voor de duur van 40 uur passend en geboden. Daarnaast wordt een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 6 maanden opgelegd om herhaling te voorkomen.