ECLI:NL:RBDHA:2019:13297 (Man vrijgesproken van doden vrouw)

Rechtbank Den Haag, 12 december 2019, Vrijspraak van doodslag dan wel (zware) mishandeling met de dood tot gevolg. (ECLI:NL:RBDHA:2019:13297)

Door Jay Irfan

Essentie

Een 50-jarige man (verdachte) wordt vrijgesproken van doodslag dan wel (zware) mishandeling van zijn vrouw met de dood tot gevolg. Volgens de rechtbank is niet duidelijk geworden – er kan althans niet met zekerheid worden vastgesteld – wat er is gebeurd, hoe het dodelijke letsel bij het slachtoffer is ontstaan en of de verdachte daar een rol in had.

Rechtsregel

De rechtbank moet beoordelen of het letsel van het slachtoffer dat tot haar dood heeft geleid is toegebracht door de verdachte. De rechtbank gaat hier uit van de forensische bevindingen alsmede van het feit dat de verdachte als enige in de woning aanwezig was waar het slachtoffer het letsel heeft opgelopen.

Verschillende forensisch pathologen verklaren dat op basis van hun onderzoek niet met honderd procent zekerheid kan worden vastgesteld hoe het letsel is toegebracht. Het letsel kan zijn veroorzaakt door uitwendig geweld, maar ook door contact met de vloer of een muur. Hoewel het iets waarschijnlijker is dat het letsel het gevolg is van uitwendig geweld, kan niet geheel worden uitgesloten dat het letsel het resultaat kan zijn van een ongelukkige val.

Inhoud vonnis

Op zondag 11 juni 2017 om 01:32 uur belt de verdachte 112. Hij zegt dat zijn vrouw is gevallen en dat ze hevig aan het bloeden is. De verdachte zegt ook dat hij niet weet wat er is gebeurd. Ongeveer twaalf uur later komt de vrouw te overlijden.

Het Openbaar Ministerie (OM) acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het slachtoffer opzettelijk van het leven heeft beroofd door haar meerdere keren op het hoofd te slaan met een hard/zwaar voorwerp. Het OM zoekt hierbij steun in de bevindingen van de artsen en forensisch pathologen, maar ook in de warrige verklaringen van de verdachte. Het OM presenteert tevens een motief voor het handelen van de verdachte. Uit verschillende verklaringen zou namelijk blijken dat al geruime tijd sprake is van huiselijk geweld en agressie van de kant van de verdachte. Ook zou de verdachte gevoelens hebben voor twee andere vrouwen, zo zou blijken uit getapte telefoongesprekken. De verdediging bepleit integrale vrijspraak. Er is slechts sprake van een tragisch ongeval waarbij de verdachte niet exact weet wat er is gebeurd, maar vanaf het begin ontkend heeft iets met de dood van zijn vrouw te maken te hebben. Ook bevat het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs om tot een andere conclusie te komen.

De rechtbank is van mening dat de verklaringen over het huiselijk geweld niet zien op de bewuste avond, maar betrekking hebben op momenten uit een (lange) periode in het verleden. De verklaringen zijn bovendien van horen zeggen en naar hun aard zeer speculatief. Hier kan geen bewijswaarde aan worden toegekend. In het dossier zitten verklaringen van de dochter van de verdachte en het slachtoffer en van de moeder van het slachtoffer. Zij verklaren dat geen sprake was van fysiek geweld tussen de verdachte en het slachtoffer. Verder bevat het dossier geen rapporten van bijvoorbeeld de huisarts die duiden op huiselijk geweld.

Resumerend vindt de rechtbank dat het dossier en de terechtzitting geen opheldering bieden over de avond in kwestie en over hoe het letsel is ontstaan. In de woning zijn geen voorwerpen aangetroffen die in verband kunnen worden gebracht met het letsel, wat dus ook betekent dat geen informatie voorhanden is over hoe die voorwerpen aan het letsel van het slachtoffer zouden hebben bijgedragen. Ook als wordt uitgegaan van het feit dat de verdachte de letsels – direct of indirect – heeft toegebracht, is onduidelijk welke handelingen hij concreet heeft begaan en met welke voorwerpen. Uit het dossier blijkt geen opzet (in enge zin) en omdat geen concrete feitelijke gedragingen van de verdachte uit het dossier of de zitting zijn af te leiden, kan voorwaardelijk opzet van de verdachte gebaseerd op de uiterlijke verschijningsvorm van zijn gedragingen niet worden aangenomen.

Omdat ook de forensische rapporten geen uitsluitsel bieden, heeft de rechtbank geen andere keuze dan de verdachte vrij te spreken van al het ten laste gelegde.