ECLI:NL:RBDHA:2018:2651 (Vervangende toestemming verhuizing)

Vervangende toestemming verhuizing, Rb 7 maart 2018
(ECLI:NL:RBDHA:2018:265)

Door Lisanne Roestenberg

Essentie

Belangen vader en kinderen wegen zwaarder dan belangen moeder, daarom verzoek vervangende toestemming verhuizing afgewezen.

Rechtsregel

Voor toestemming verhuizing dienen alle omstandigheden van het geval in acht te worden genomen en dienen alle belangen te worden afgewogen. De Hoge Raad heeft in 2008 hiervoor criteria gesteld (ECLI:NL:HR:2008:BC5901). Het gaat onder meer om het recht van de ene ouder om te verhuizen en haar leven opnieuw in te richten, de noodzaak van de verhuizing, de geboden alternatieven om de verhuizing voor de kinderen te compenseren, de mate waarin de ouders overleg voeren, de rechten van de andere ouder, de leeftijd van de kinderen en de wortels in hun omgeving.

In dit geval wegen de belangen van de vader en de kinderen – waarbij de vader een gelijkwaardige rol heeft in de opvoeding en verzorging van de kinderen en de kinderen hun band met hun beide ouders en sociaal leven ongestoord kunnen behouden – zwaarder dan de belangen van de moeder om met haar nieuwe partner te gaan samenwonen.

Inhoud arrest

De man en de vrouw hebben een relatie en krijgen twee kinderen. De relatie wordt beëindigd en de kinderen gaan bij hun moeder wonen. De man en de vrouw hebben gezamenlijk gezag over de kinderen.

De rechtbank stelt bij beschikking van 14 december 2015 een uitgebreide zorgregeling vast. De vrouw gaat hiertegen in hoger beroep, wat momenteel nog loopt.

De moeder dient bij de rechtbank een verzoekschrift in op grond van artikel 1:253a BW. Zij verzoekt om haar vervangende toestemming te verlenen om met de kinderen te verhuizen naar een andere woonplaats. Ze verzoekt ook om vervangende toestemming om de kinderen in te schrijven op een nieuwe school en te bepalen dat de zorgregeling vanaf het moment van de verhuizing inhoudt dat de kinderen drie weekenden achter elkaar van vrijdagavond tot en met zondagavond bij de man verblijven. Hij moest ze dan bij de nieuwe school ophalen en de vrouw haalt ze op zondag bij hem op.

De man dient een verweerschrift en een zelfstandig verzoek in. Hij verzoekt, als de vervangende toestemming voor de verhuizing wordt verleend of de vrouw sowieso verhuist, te bepalen dat de kinderen hun hoofdverblijf bij hem hebben.

De rechtbank ziet de noodzaak voor de moeder om te verhuizen, maar ziet niet de noodzaak dat dit naar een andere woonplaats moet zijn. Dat is niet afdoende onderbouwd. Het belang van de moeder om met haar nieuwe partner te gaan samenwonen moet worden afgezet tegen de wens van de kinderen en de vader. Deze belangen – waarbij de vader een gelijkwaardige rol heeft in de opvoeding en verzorging van de kinderen en de kinderen hun band met hun beide ouders en sociaal leven ongestoord kunnen behouden – wegen hier zwaarder. De rechtbank wijst het verzoek om vervangende toestemming voor de verhuizing en de inschrijving op de nieuwe basisschool dan ook af. De zorgregeling blijft hierdoor ongewijzigd. Het zelfstandige verzoek van de vader voor wijziging van het hoofdverblijf wijst de rechtbank af, nu niet is gebleken dat de moeder desondanks zal gaan verhuizen. De proceskosten worden door iedere partij zelf betaald.