ECLI:NL:RBDHA:2013:12101 (Tegendemonstratie Den Haag)

Rechtbank Den Haag 19 september 2013, Tegendemonstratie Den Haag
(ECLI:NL:RBDHA:2013:12101)

Door Zoë de Jesus Delgado

Essentie

Verzoekers willen een tegendemonstratie houden tegen een geplande demonstratie van de PVV in Den Haag. Dit willen ze doen op een locatie met een kleine afstand tot de locatie waar de PVV-demonstratie zal worden gehouden. De burgemeester van Den Haag, verweerder, legt vanwege de kans op ongeregeldheden en wanordelijkheden een locatiebeperking op. De tegendemonstratie mag wel worden gehouden, maar op een andere locatie in de binnenstad van Den Haag. Verzoekers dienen ten aanzien van dit besluit een verzoek om een voorlopige voorziening in.

Rechtsregel

Het houden van een tegendemonstratie valt ook onder het recht tot betoging zoals bedoeld in artikel 9 Gw. Dit recht kan echter worden beperkt ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer en ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden. Een locatiebeperking als in casu mag worden opgelegd als sprake is van een reële kans op ongeregeldheden en wanordelijkheden. De beperking mag alleen niet het doel of de boodschap van de demonstratie in de weg staan. Ook moet de gelegenheid tot beoogd tegengeluid en het bereiken van publiek blijven bestaan.

Inhoud uitspraak

In deze zaak is sprake van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekers wilden een demonstratie houden op het Koningin Julianaplein in Den Haag, achter het Centraal Station. Zij wilden een tegendemonstratie houden tegen een geplande demonstratie van de PVV. Deze demonstratie zou plaatsvinden op de nabijgelegen Koekamp. Volgens verweerder, burgemeester van Den Haag, is de afstand tussen het Koningin Julianaplein en de Koekamp klein. Van fysieke barrières is geen sprake. Ook bevindt het plein zich op de looproute vanaf het Centraal Station naar de Koekamp en naar het centrum van de stad. Vanwege de redelijke kans op ongeregeldheden, wanordelijkheden en een onbeheersbare situatie zou de tegendemonstratie op een andere locatie moeten plaatsvinden. Deze redelijke kans bestaat onder meer vanwege de tegengestelde overtuigingen van de demonstranten en het doel om actief en rechtstreeks tegengeluid te produceren tegen het publiek bij de demonstratie van de PVV. Aan verzoekers is dus een locatiebeperking opgelegd. De demonstratie mocht wel worden gehouden, maar zou moeten worden verplaatst naar het Spuiplein, een locatie in het centrum van de stad.

Tegen dit besluit hebben verzoekers bezwaar ingediend en verzocht om een voorlopige voorziening. De rechtbank heeft hieromtrent het volgende bepaald. Artikel 9 van de Grondwet schept het recht tot vergadering en betoging. In lid 2 van dit artikel staat echter dat de wet regels kan stellen ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer en ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden. Op grond van artikel 5 lid 1 Wet Openbare Manifestaties (WOM) kan de burgemeester naar aanleiding van een kennisgeving van een demonstratie voorschriften en beperkingen stellen of een verbod geven. De kennisgeving van de betreffende demonstratie is gedaan door het Comité Tegen Racisme en Bezuinigingen, vanaf een mailadres van de Antifascistische Actie (AFA).

In beginsel moet worden opgemerkt dat het houden van een tegendemonstratie valt onder het recht op betoging en niet zomaar mag worden verboden of beperkt. Niet kan worden afgeleid dat verweerder het doel of de boodschap van de demonstratie wilde beperken met de opgelegde locatiebeperking. Ook kan niet worden gesteld dat verweerder niet bereid zou zijn of niet over de vereiste middelen zou beschikken om het recht op betoging van verzoekers te waarborgen door passende inzet van politie. De beperking heeft betrekking op de door verzoekers gekozen locatie voor de tegendemonstratie. De locatie, het Koningin Julianaplein, ligt precies tussen het Centraal Station en de Koekamp in. Op de Koekamp zal tegelijkertijd een demonstratie van de PVV plaatsvinden. De afstand tussen het plein en de Koekamp is klein en er is geen sprake van fysieke barrières, Daarnaast bevindt het plein zich op de looproute vanaf het Centraal Station naar de Koekamp en naar het centrum van de stad. Hierdoor acht verweerder de kans op ongeregeldheden en wanordelijkheden en het ontstaan van onbeheersbare situaties op deze locatie reëel. Dit geldt al helemaal nu het gaat om twee groepen met zeer tegenovergestelde overtuigingen en het feit dat de tegendemonstranten het doel hebben om tegengeluid te maken ten overstaan van de demonstratie van de PVV en het daarbij aanwezige publiek.

De locatiebeperking zorgt er niet voor dat het recht op betoging niet bestaat. De tegendemonstratie mag namelijk op de gewenste datum en het gewenste tijdstip plaatsvinden, enkel op een andere locatie. Deze andere locatie betreft het Spuiplein. Het Spuiplein bevindt zich in het kernwinkel- en uitgaansgebied van de binnenstad van Den Haag en nabij de Tweede Kamer. Op deze locatie is dan ook voldoende gelegenheid voor verzoekers om het beoogde tegengeluid te produceren en een groot publiek te bereiken. Derhalve wordt het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.