ECLI:NL:RBAMS:2023:208 (Gecremeerde kroket)

Rechtbank Amsterdam, 23 januari 2023, Beperking op vrijheid van meningsuiting toegewezen in de zaak tussen Yvonne Coldeweijer en Rachel Hazes.
(ECLI:NL:RBAMS:2023:208)

Essentie

De zaak gaat over Yvonne Coldeweijer, die in november 2022 op haar YouTube-kanaal meerdere video’s plaatst waarin ze beweert dat Rachel Hazes een privébrief van haar zoon, André, zou hebben gelekt en dat ze voor eigen gewin zou hebben ingegrepen bij zijn behandeling in een kliniek. Om die redenen zou André volgens Coldeweijer het contact met zijn moeder verbroken hebben. In eerste instantie werden de video’s verwijderd nadat Hazes kort geding aankondigde, maar later heeft Coldeweijer de laatste video toch weer online gezet.

Rechtsregel

Het beperken van de vrijheid van meningsuiting (art. 10 lid 1 EVRM) kan alleen gebeuren wanneer dat bij wet is voorzien (art. 10 lid 2 EVRM). Een voorbeeld van dergelijk soort beperking doet zich voor wanneer de publicatie onrechtmatig is op grond van art. 6:162 BW.

Bij de beoordeling of een publicatie op grond van art. 6:162 BW onrechtmatig is, moeten de belangen die in beginsel gelijkwaardig zijn, tegen elkaar worden afgewogen. Hierbij moet rekening gehouden worden met alle omstandigheden van het geval.

Inhoud vonnis

Coldeweijer plaatste in november 2022 een video op haar YouTube-kanaal waarin zij een brief voorlas van André naar zijn ex-vriendin, die zij anoniem opgestuurd gekregen had. Een paar dagen later plaatst ze een tweede video, waarin ze vertelt van een “spion” te horen hebben gekregen dat de brief door zijn moeder is opgestuurd. Daarnaast zou Hazes volgens een andere spion ingegrepen hebben bij de behandeling van haar zoon in een kliniek in Spanje. Hij zou vervolgens definitief met zijn moeder gebroken hebben.

Een dag later heeft Hazes Coldeweijer gesommeerd de video te verwijderen. Coldeweijer heeft dit gedaan nadat Hazes een kort geding aankondigde. Een paar weken later plaatste Coldeweijer de video echter opnieuw. Nadat Hazes wederom sommeerde de video te verwijderen en dit door Coldeweijer geweigerd werd, heeft Hazes haar gedagvaard voor dit kort geding. Als reactie hierop is Coldeweijer een crowdfunding gestart met daarbij de oproep om ‘samen de strijd aan te gaan tegen de gecremeerde kroket’.

Hazes vordert primair op straffe van dwangsom:
1) gedaagde de video te laten verwijderen en verwijderd te houden;
2) gedaagde de term ‘gecremeerde kroket’ als verwijzing naar haar ook te laten verwijderen en verwijderd te houden, en
3) gedaagde te bevelen rectificaties te plaatsen op zowel haar instagram als YouTube-account.

Subsidiair vordert ze gedaagde de video te laten verwijderen dan wel aanpassen tot niet langer wordt vermeld dat haar zoon het contact met haar heeft verbroken.

De beoordeling

Het toewijzen van de vorderingen zou het recht van vrijheid van meningsuiting beperken. Dit grondrecht kan worden beperkt als dat bij wet is voorzien. Een voorbeeld hiervan is als een publicatie onrechtmatig is in de zin van artikel 6:162 BW. Om te beoordelen of de publicatie onrechtmatig is, moeten de belangen tegen elkaar afgewogen worden. Hierbij moet worden gekeken naar alle omstandigheden van het geval.

Allereerst kijkt de rechtbank in welke mate het onderwerp een onderwerp van algemeen belang is. Omdat het in de video over zeer persoonlijke zaken gaat, is dit volgens de rechtbank geen onderwerp dat in het maatschappelijk belang openbaar gemaakt moet worden. Het belang dat Coldeweijer heeft bij het delen van het nieuws is enkel het bevredigen van de nieuwschierigheid van haar volgers.

Vervolgens wordt gekeken in welke mate de beschuldigingen op feiten zijn gebaseerd. Omdat de beschuldigingen een inbreuk maken op de privacy van Hazes, moet Coldeweijer hier goede gronden voor hebben. De informatie die zij verkregen heeft is echter niet betrouwbaar, aangezien deze afkomstig is van zogenoemde ‘spionnen’ waarvan de betrouwbaarheid of het bestaan niet valt na te gaan.

Als laatst wordt er gekeken naar de uitingen die Coldeweijer over Hazes gedaan heeft. Een groot deel hiervan was onnodig grievend. Ook het gebruik van de term ‘gecremeerde kroket’, ookal heeft Coldeweijer deze niet zelf bedacht, is beledigend.

Conclusie

Coldeweijer heeft de beschuldigingen over Hazes volgens de rechtbank niet waar kunnen maken. Daarbij zijn deze onnodig grievend en kwetsend, en heeft Coldeweijer geen te respecteren belang bij het openbaar maken ervan. Om deze redenen zijn de uitlatingen van Coldeweijer onrechtmatig.

De rechtbank acht de genoemde vorm van rectificatie passend, Coldeweijer heeft hiertegen geen bezwaar gemaakt. Daarnaast zal de gevorderde dwangsom worden gemaximeerd en voor het verwijderen van de video en de term ‘gecremeerde kroket’ wordt een termijn van 24 uur aangehouden.