ECLI:NL:RBAMS:2021:5443 (Ontslag directeur wegens fraude ondergeschikte)

Rechtbank Amsterdam, 17 september 2021, Ontslag directeur wegens fraude ondergeschikte
(ECLI:NL:RBAMS:2021:5443)

Door Pieter Vis

Essentie

Voor de kantonrechter te Amsterdam komt de zaak voor van een directeur die ontslagen is vanwege fraude van een ondergeschikte van hem. In oktober 2020 werd ontdekt dat deze ondergeschikte voor miljoenen had gefraudeerd, wat leidde tot zijn ontslag. De kantonrechter oordeelt dat ook de directeur ernstig verwijtbaar heeft gehandeld.

Rechtsregel

Indien een directeur zich op buitensporige wijze laat fêteren door een ondergeschikte, dan kan die directeur dat niet zonder meer accepteren, maar zal hij vragen moeten stellen en onderzoek moeten doen naar de herkomst van die bedragen. Het zich laten fêteren zonder nader onderzoek te doen leidt tot ernstig verwijtbaar handelen.

Inhoud

De directeur is sinds 1 augustus 1995 in dienst van de werkgever. Door middel van de functie controller op de afdeling Accounts is hij opgeklommen tot lid van de hoofddirectie. In zijn arbeidsovereenkomst is bepaald dat hij jaarlijks in aanmerking kan komen voor een tantième.

In oktober 2020 ontdekte de werkgever dat een direct ondergeschikte van de directeur, de adjunct-directeur, valsheid in geschrifte heeft gepleegd en € 2,5 miljoen heeft verduisterd. Dit leidde tot het ontslag op staande voet van die adjunct-directeur. In aanleiding op deze gebeurtenissen heeft de werkgever een forensisch (accountants-)onderzoek laten uitvoeren, waarbij ook de directeur werd gehoord, onder andere over de privébestedingen van de adjunct-directeur met de zakelijke creditcard. Hierbij gaf de directeur aan dat hij wel van plan was om de adjunct-directeur te vragen naar de omvangrijke uitgaven, maar hier nog niet aan toe was gekomen. Hierop volgend besloot de raad van commissarissen van de werkgever om de directeur te schorsen. Op 17 maart 2021 heeft een aandeelhoudersvergadering van de werkgever plaatsgevonden, waarin besloten is om de statutaire posities van de directeur te beëindigen.

Op 2 april 2021 heeft de werkgever de kantonrechter verzocht om de arbeidsovereenkomst van de directeur te ontbinden, onder andere op basis van verwijtbaar handelen of een verstoorde arbeidsverhouding. De werkgever baseert zijn verzoek op het forensische (accountants-)onderzoek en op de langer bestaande onvrede over het functioneren van de directeur.

De directeur voert verweer en dient een tegenverzoek in. Er is niet sprake van verwijtbaar handelen aan zijn kant en er is geen verstoring van de arbeidsverhouding. Hij wijst erop dat het forensische (accountants-)onderzoeksrapport duidelijk maakt dat hij zich niet aan fraude heeft schuldig gemaakt, dat hij er niet van wist en ook niet kon weten. De directeur maakt aanspraak op een transitievergoeding en een billijke vergoeding en verzoekt om de werkgever te veroordelen tot betaling van het tantième over de jaren 2020 en 2021.

De kantonrechter concludeert dat de directeur een aantal keren op uitnodiging van de adjunct-directeur een vlucht heeft gemaakt in een privéjet, terwijl de directeur daar niet voor heeft hoeven betalen. Ook regelde de adjunct-directeur dan toegangskaarten tot de Gran Prix en verbleven ze in een hotel dan wel op een privé-jacht. Ook de familie mocht op kosten van de adjunct-directeur mee. De kantonrechter concludeert dat de directeur niet had moeten openstaan voor deze gunsten van een ondergeschikte. De directeur had zich moeten realiseren dat de adjunct-directeur wellicht wederdiensten verwachtte of hem niet of minder zou controleren. De directeur had zich niet op buitensporige wijze mogen laten fêteren, maar had vragen moeten stellen en nader onderzoek moeten doen. Dat hij dit niet heeft gedaan kan de directeur worden aangerekend. Hierdoor komt de kantonrechter tot de conclusie dat de directeur verwijtbaar heeft gehandeld en dat van de werkgever in redelijkheid niet gevergd kan worden dat hij de arbeidsovereenkomst laat voortduren.

Aangezien het einde van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen, ziet de kantonrechter geen reden om de transitievergoeding en een billijke vergoeding aan de directeur toe te kennen. Het verzoek van de directeur tot betaling van het tantième over de jaren 2020 en 2021 wordt wel toegewezen.