ECLI:NL:RBAMS:2021:5029 (Uber-chauffeurs zijn werknemers)

Rehtbank Amsterdam, 13 september 2021, De chauffeurs van Uber zijn werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst
(ECLI:NL:RBAMS:2021:5029)

Essentie

FNV behartigt, als partij bij de cao Taxivervoer, de belangen van werkenden en vordert een verklaring voor recht dat Uber onder deze cao valt, die de afgelopen jaren verschillende periodes algemeen verbindend verklaard is geweest. Uber ontwikkelt technologische oplossingen waarmee diensten worden aangeboden. Eén van deze diensten is de app waarmee wordt bemiddeld rond het personenvervoer per auto. De vraag die de rechtbank moet beantwoorden is, net als in de Deliveroo-zaak, of de chauffeurs werken op basis van een arbeidsovereenkomst in de zin van art. 7:610 BW en zo ja, of deze werknemers onder het toepassingsbereik van de cao Taxivervoer vallen.

Rechtsregel

De bekende arresten die zien op de kwalificatievraag zijn Groen/Schoevers (ECLI:NL:HR:1997:ZV2495) en X/Gemeente Amsterdam (ECLI:NL:HR:2020:1746). Anders dan in deze arresten gaat het hier om alle chauffeurs en niet om de toetsing van een individuele overeenkomst. Nu de uitgangspunten voor iedere chauffeur hetzelfde zijn, staat dit niet in de weg aan een inhoudelijke beoordeling van de rechtsverhouding.

Het toetsingskader bestaat uit art. 7:610 BW, nader ingevuld door de bovenstaande arresten. Dat betekent dat over en weer de inhoud van de rechten en verplichtingen van partijen dient te worden vastgesteld, waarbij zo nodig een uitleg aan de hand van de zogenoemde Haviltexmaatstaf en de werkelijke (materiële) verhouding die partijen voor ogen heeft gestaan een rol kunnen spelen, evenals de wijze waarop partijen feitelijk aan de overeenkomst uitvoering hebben gegeven. Aan de hand van de op deze wijze vastgestelde inhoud van de overeenkomst kan vervolgens worden bepaald of de overeenkomst de kenmerken van een arbeidsovereenkomst bevat, of bijvoorbeeld van een overeenkomst van opdracht. Daarbij is niet één enkel kenmerk beslissend, maar moeten de verschillende rechtsgevolgen die partijen aan hun verhouding hebben verbonden in hun onderling verband worden bezien.

De rechtbank spreekt van een ‘modern gezag’ dat afwijkt van het klassieke model, vaak bestaande uit een digitale controle door de werkgever.

Inhoud arrest

De kantonrechter toetst de drie elementen uit art. 7:610 BW (arbeid, loon en gezag).

Arbeid

Over dit element bestaat geen twijfel bij de rechtbank. De chauffeurs vervoeren personen voor Uber, wat door het gebruik van de Uber-app van toegevoegde waarde is. Het verweer dat Uber slechts een bemiddelend platform is, gaat niet op nu de chauffeurs toegelaten moeten worden door Uber en de vervoersdiensten de kern van de activiteiten van Uber vormt. Het verdienmodel van Uber bestaat uit het maximaliseren van het aantal ritten. Daarnaast wordt de arbeid persoonlijk verricht. Uber controleert de chauffeurs door middel van een genomen selfie.

Loon

De chauffeurs ontvangen een vergoeding voor een taxirit. Uber berekent en ontvangt de ritprijs en betaalt deze, na aftrek van servicekosten, aan de chauffeur. Hier doet niet aan af dat de passagiers betalen aan een andere entiteit (UberPay).

In dienst van (gezag)

De rechtbank overweegt dat het criterium ‘gezag’ door de huidige, door de technologie beheerste tijd, afwijkt van het klassieke model en een meer indirect controlerende invulling heeft gekregen. Werknemers zijn daarin zelfstandiger geworden. De verhouding tussen Uber en de chauffeurs noemt de rechtbank een ‘moderne gezagsverhouding’, dit wordt als volgt toegelicht:

  • De chauffeurs kunnen zich alleen aanmelden via de app en kunnen niet onderhandelen over de gebruikersvoorwaarden. Ook wijzigen deze voorwaarden regelmatig eenzijdig.
  • Het algoritme bepaalt de wijze waarop de ritten worden verdeeld op basis van door Uber gestelde prioriteiten, een adviesroute en de ritprijs. Er is geen sprake van vrije onderhandeling tussen de chauffeur en passagier.
  • De chauffeur krijgen via de app een rating, die invloed kan hebben op de toegang tot het platform. Daarnaast kan een rating leiden tot een hogere rang (Platinum/Diamond) en bijhorende financiële voordelen.
  • De chauffeur mag te allen tijde een geaccepteerde rit alsnog annuleren, maar het herhaaldelijk annuleren leidt tot uitsluiting van de Uber-app.
  • Bij klachten van klanten beslist Uber eenzijdig over een eventuele oplossing.

Op deze wijze zijn de chauffeurs, zodra zij ingelogd zijn, onderworpen aan een modern werkgeversgezag.

De conclusie is dat partijen slechts op papier zijn overeengekomen dat de chauffeurs als zelfstandig ondernemer werkzaam zijn. De bedoeling van de chauffeurs die dit ook daadwerkelijk voor ogen hadden moet in de gegeven omstandigheden worden gerelativeerd. De feitelijke uitvoering heeft alle kenmerken van een arbeidsovereenkomst en dus gaat ‘wezen’ voor ‘schijn’. De Uberchauffeurs zijn dus werknemers.

Uber dient dan ook de cao Taxivervoer op haar werknemers toe te passen.