ECLI:NL:RBAMS:2020:1069 (Parkeerbelasting verschuldigd bij stilstaan wegens hulpverlening)

Rb. Amsterdam 14 februari 2020. Geen vrijstelling van parkeergeld bij het stilzetten van auto in parkeerzone.(ECLI:NL:RBAMS:2020:1069)

Door Jay Irfan

Essentie

Een automobilist rijdt een hond aan. Hij zet zijn auto aan de kant om zich te bekommeren om de hond en de aangeslagen eigenaar. Hij krijgt een naheffingsaanslag voor onbetaald parkeergeld. Zijn beroep op overmacht slaagt niet.

Rechtsregel

De vraag is of (kort) stilstaan in een betaald parkeren-gebied om te helpen bij een ongeluk een overmachtssituatie oplevert. Volgens de bestuursrechter in Amsterdam is dit niet het geval. Van overmacht is alleen sprake ‘bij een noodsituatie of spoedsituatie, waardoor iemand absoluut, feitelijk en fysiek gehinderd is om parkeergeld te betalen.’ Door de ontstane situatie moet iemand dus echt verhinderd zijn om parkeergeld te betalen, en dat was in casu niet het geval.

Inhoud vonnis

Op 5 juni 2019 is aan eiser een naheffingsaanslag opgelegd voor het niet betalen van parkeergeld. Eiser is betrokken geraakt bij een verkeersongeluk en heeft een hond aangereden. De hond was zwaargewond en de eigenaar was zeer van slag. Eiser besloot om zijn auto langs de kant te zetten om te helpen en om eventueel een ambulance op te roepen en heeft om die reden geen parkeergeld betaald.

Eiser gaat in bezwaar tegen de aanslag, maar het bezwaar wordt verworpen. Bij het beroep voert eiser aan dat het ging om een noodsituatie zoals hierboven beschreven. De hond had misschien medische hulp nodig en de eigenaar was bezorgd. Eiser stelt dat hij zijn auto 10 minuten in een parkeervak heeft gezet om eerste hulp te verlenen en een dierenambulance te bellen. Hierna is hij direct weggereden. Om het verkeer niet te hinderen, zou hij slechts 10 minuten gebruik hebben gemaakt van een parkeerplaats.

De rechtbank verwerpt het beroep op overmacht. Er was geen sprake van een directe noodsituatie en eiser was in staat om het parkeergeld te betalen, bijvoorbeeld tijdens het wachten op de dierenambulance. De rechtbank heeft begrip voor de situatie en de handelswijze van eiser, maar het gaat erom dat eiser feitelijk en fysiek in staat was om het parkeergeld te voldoen. De naheffingsaanslag is daarom terecht opgelegd.