ECLI:NL:RBAMS:2017:9024 (Aansprakelijkheid werkgever voor overlijden werknemer door rabiës)

Aansprakelijkheid voor overlijden werknemer door rabiës, Rb 4 december 2017
(ECLI:NL:RBAMS:2017:9024)

Door Lisanne Roestenberg

Essentie

Werkgever aansprakelijk voor overlijden werknemer aan rabiës vanwege de blootstelling aan onaanvaardbaar groot besmettingsgevaar. Strijd met goed werkgeverschap. Ook eigen schuld van de werknemer betrokken. Verdeling schade: 35% voor werkgever, 65% voor werknemer.

Rechtsregel

De hondenbeet is niet gebeurd tijdens de uitoefening van werkzaamheden (7:658 BW), maar omdat de man op de compound moest blijven van zijn werkgever, heeft het verblijf daar wel een nauwe samenhang met zijn werk. De werkgever moest zich in de periode dat de man daar verblijf dan ook gedragen als een goed werkgever (7:611 BW), waaronder het zorgen voor een veilige omgeving valt. Deze verplichting is niet voldoende nagekomen, omdat er een niet-ingeënte pup rondliep en eiser hiervoor niet was gewaarschuwd. De werkgever is daarom aansprakelijk voor de schade. De man heeft ook eigen schuld, omdat hij zich niet tijdig heeft laten behandelen door een arts. De man heeft daarom voor 85% aan de schade bijgedragen. Het is echter moeilijk voor te stellen dat de man doorhad wat hij hiermee riskeerde, voornamelijk omdat de beet aan zijn hand goed genezen was. De verdeling van de schade wordt daarom 35% voor de werkgever en 65% voor de werknemer.

Inhoud arrest

De man gaat per 1 januari 2013 bij Healthy Entrepreneurs B.V. als directeur Business Intelligence werken. Dit bedrijf probeert mensen in ontwikkelingslanden toegang te geven tot medicijnen en gezondheidsproducten.

In de periode 30 januari 2013 tot en met 5 februari 2013 en 25 maart tot 4 april 2013 maakt de man dienstreizen naar India en Bangladesh.

In de periode 28 april tot en met 3 mei 2013 maakt de man een dienstreis naar Haïti. Voor Haïti zijn geen inentingen verplicht gesteld, maar worden vaccinaties aangeraden tegen D.T.P. en Hepatitis A. Verder is Haïti een risicogebied voor hondsdolheid (rabiës). Inentingen hiervoor worden aangeraden bij een verblijf van minimaal drie maanden of vanwege persoonlijke omstandigheden. De man is in 1997 ingeënt tegen D.T.P. en Hepatitis B en in 2002 tegen Hepatitis A.

Tijdens zijn werkzaamheden in Haïti verblijft de man op de compound (omheinde leefgemeenschap) van de eigenaar van het Haïtiaanse bedrijf waar zijn bedrijf mee samenwerkt. De familie heeft een waakhond die is ingeënt tegen rabiës. Deze hond heeft echter een jonge puppy die nog niet is ingeënt.

In de nacht van 29 op 30 april 2013 wordt de puppy door een ander dier aangevallen. Hij wordt op advies van de dierenarts apart gezet aan een boom op de compound en ligt vooral stil in een hoekje. In de ochtend van 4 mei 2013, net voor zijn vertrek, gaat de man de puppy aaien en wordt daarbij in zijn hand gebeten. Hij meldt de beet aan de zoon van de familie waar hij verblijft, die zegt dat hij naar de dokter moet gaan. De man doet dat niet, maar maakt de wond schoon met water en alcohol en maakt een foto van zijn hand en de gebruikte schoonmaakmiddelen.

Terug in Nederland gaat hij weer werken en meldt hij niet aan zijn baas dat hij is gebeten. Vanaf 19 juni 2013 krijgt de man verschijnselen van rabiës. Op 21 juni 2013 wordt hij in het ziekenhuis opgenomen. Pas op 24 juni 2013 meldt hij aan zijn werkgever dat hij gebeten is door de puppy. De werkgever neemt contact op met de familie in Haïti. Hem wordt verteld dat de puppy op 7 mei 2013 is overleden, maar dat niet bekend is waaraan.

De man overlijdt aan rabiës op 15 juli 2013.

Het bedrijf heeft een verzekering voor personen die overlijden op een zakenreis naar het buitenland. Aan de vrouw van de man (hierna: verzoekster) wordt daarom een bedrag van € 152.892,- betaald.

Verzoekster dient een verzoekschrift in bij de kantonrechter en verzoekt voor recht te verklaren dat het bedrijf aansprakelijk is voor de schade door het overlijden van haar man op grond van artikel 7:658 BW (die vastgesteld wordt op ongeveer € 350.000,-) en het bedrijf te veroordelen tot het betalen van de kosten. Het bedrijf dient een verweerschrift in. Ter zitting verzoeken partijen de kantonrechter ook om te oordelen of er sprake is van eigen schuld.

De kantonrechter acht de werkgever aansprakelijk voor de schade door de beet, maar stelt ook vast dat sprake is van eigen schuld. De schade wordt verdeeld in 35% voor de werkgever en 65% voor de werknemer.