ECLI:NL:RBAMS:2012:BW3800 (Rabbinale scheiding)

Rabbinale scheiding, RB Amsterdam, 10 april 2012
(ECLI:NL:RBAMS:2012:BW3800)

Door Lisanne Roestenberg

Essentie

De man handelt onrechtmatig tegenover de vrouw door geen medewerking te verlenen aan het regelen van de rabbinale echtscheiding.

Rechtsregel

De weigering van medewerking aan een rabbinale echtscheiding kan onrechtmatig zijn, als deze weigering in strijd is met de zorgvuldigheid die een echtgenoot in het maatschappelijk verkeer ten aanzien van zijn ex-partner in acht dient te nemen. In deze zaak handelt de man onrechtmatig tegenover de vrouw door zijn medewerking te weigeren, nu de vrouw een tweede Joods huwelijk wil aangaan. Dat de boedelverdeling nog plaats moet vinden en de man te weinig wordt betrokken bij het leven van zijn zoon, maakt dit niet anders.

Inhoud arrest

De man en de vrouw trouwen op 27 december 2005. Zij krijgen op 30 april 2007 een zoon. Bij vonnis van 5 april 2011 spreekt de Franse rechtbank de echtscheiding uit. Het Joods kerkelijk huwelijk wordt hiermee niet ontbonden. Hiervoor moet de man medewerking verlenen aan een rabbinale echtscheiding door aan een rabbinaal schrijver de opdracht te geven een scheidingsbrief (get) te schrijven en deze aan de vrouw te geven. De vrouw en de zoon wonen in Nederland.

De vrouw gaat naar het rabbinaat van de Nederlands Israëlitische Hoofdsynagoge in Amsterdam om de rabbinale echtscheiding aan te vragen. De rabbijn probeert een afspraak te maken met de man om over de get te praten. De man werkt niet mee aan dit gesprek.

De vrouw spant een kort geding aan bij de rechtbank Amsterdam en vordert de man op straffe van een dwangsom te bevelen om te verschijnen voor het rabbinaat in Amsterdam om daar een get aan haar te geven, zodat de rabbinale scheiding plaats kan vinden. De vrouw stelt dat de man onrechtmatig handelt tegenover haar, omdat zij geen nieuw Joods kerkelijk huwelijk kan sluiten, terwijl zij dit binnenkort wel wil. De man heeft een verweerschrift ingediend en stelt dat hij medewerking wil verlenen als de boedelscheiding is geregeld. De voorzieningenrechter beveelt de man binnen vier weken na betekenis van het vonnis te verschijnen voor het rabbinaat om mee te werken aan de afgifte van een get aan de vrouw en al het andere te doen wat nodig is om tot een rabbinale echtscheiding te komen. Daarbij veroordeelt de voorzieningenrechter de man tot het betalen van een dwangsom van € 250 per dag voor iedere dag dat hij niet aan dit bevel voldoet, met een maximum van € 25.000.