ECLI:NL:PHR:1989:AC3483 (Poppenspelverweer)

Hoge Raad 28 februari 1989, Poppenspelverweer
(ECLI:NL:PHR:1989:AC3483)

Essentie

Door dit arrest is het zogenoemde poppenspelverweer ontstaan. Met dit verweer wordt de deugdelijkheid van de gebruikte methode door de deskundige betwist.

Rechtsregel

De rechter moet de verwerping van een poppenspelverweer met redenen omkleden.

Inhoud arrest

Verdachte was veroordeeld voor het plegen van ontuchtige handelingen met zijn eigen kinderen en een ander kind. De veroordeling berustte op een deskundigenverklaring waarbij een poppenspelmethode was gebruikt. Met deze methode werd een spelinterview met de kinderen gehouden waarbij de kinderen met behulp van Anatomisch Correcte Poppen de verrichte seksuele handelingen konden beschrijven en demonstreren. De conclusie van het deskundigenrapport luidt dat de kinderen met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid blootgestaan hebben dan wel deelgenomen hebben aan niet leeftijdsadequate seksuele handelingen door verdachte.

De verdediging betwist in hoger beroep de betrouwbaarheid van de gebruikte poppenspelmethode door de deskundige, omdat het een nieuwe onderzoeksmethode betreft waarop veel kritiek geuit wordt, en acht het onderzoek tevens onvolledig. De verdediging acht het deskundigenonderzoek aldus onbetrouwbaar. Dit verweer werd gestaafd met een verklaring van een sociaal pedagoog/psychomotorisch therapeut. Het hof verwierp dit verweer echter in hoger beroep.

De HR oordeelt dat het hof het verweer van de verdediging niet zonder opgave van redenen had mogen verwerpen. Het cassatiemiddel slaagt.