ECLI:NL:PHR:1983:AB9590 (Damrak)

Hoge Raad, 6 december 1983, Damrak
(ECLI:NL:PHR:1983:AB9590)

Essentie

In dit arrest gaat het om de vraag of de verbalisanten ten opzichte van de verdachte van een redelijk vermoeden van schuld ex artikel 27 Sv mochten uitgaan . Hierbij was ook de vraag of sprake was van al dan niet onrechtmatig verkregen bewijs.

Rechtsregel

Op grond van artikel 27 Sv wordt iemand als verdachte aangemerkt wanneer ten aanzien van de feiten of omstandigheden een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit ontstaat. Volgens het Hof mochten de verbalisanten in casu van een redelijk vermoeden van schuld uitgaan, omdat ze veel ervaring hadden omtrent drugsdeals.

Inhoud arrest

Op het Damrak te Amsterdam zien verbalisanten twee getinte mannen in gesprek met een blanke man (de verdachte). Een tijdje later zagen de verbalisanten dat deze getinte mannen samen met de blanke man in een auto met een Duits kenteken reden, met de medeverdachte (ook een blanke man) achter het stuur. Toen deze auto vervolgens op het Damrak stond, wilden de verbalisanten de rijweg oversteken om zo de auto te bereiken. De verbalisanten hadden namelijk het vermoeden dat een drugsdeal gaande was. Terwijl de verbalisanten dus overstaken, renden de twee getinte mannen weg. De twee blanke mannen die nog in de auto zaten, werden door de verbalisanten aangehouden op grond van artikel 2 van de Opiumwet. In de auto stuitten de verbalisanten namelijk op heroïne en hasj.

Het Hof oordeelt dat er sprake was van een redelijk vermoeden van schuld. Dit omdat de verbalisanten ervaring hadden omtrent drugsdeals en omdat het Damrak een bekende locatie is voor drugsdeals.

Door dit oordeel is het bewijsmateriaal (de heroïne en hasj) dus rechtmatig verkregen.

De Hoge Raad heeft dit oordeel van het Hof vervolgens bevestigd. Hij vermeldde hierbij dat sprake was van een redelijk vermoeden van schuld. De Hoge Raad voegt hier aan toe dat de aanhouding pas gebeurde na het wegrennen van de getinte mannen. Dit wegrennen resulteerde in de vergroting van het vermoeden van schuld.