ECLI:NL:HR:2023:445 (Red Dragon en de feitelijk beleidsbepaler)

Hoge Raad 24 maart 2023, Red Dragon en de feitelijk beleidsbepaler
(ECLI:NL:HR:2023:445)

Essentie

In deze zaak heeft de Hoge Raad geoordeeld over de vereisten om iemand als feitelijk beleidsbepaler (“beleidsbepaler als ware hij bestuurder”) in de zin van art. 2:248 lid 7 BW aan te merken. De Hoge Raad heeft bepaald dat feitelijke terzijdestelling van het formele bestuur niet vereist is om als feitelijk beleidsbepaler te worden aangemerkt.

Rechtsregel

Voor het bepalen van het beleid van een vennootschap als ware hij bestuurder (art. 2:248 lid 7 BW) is het voldoende dat de feitelijk beleidsbepaler zich ten minste een deel van de bestuursbevoegdheid heeft toegeëigend en op die manier het beleid heeft bepaald of mede heeft bepaald als ware hij bestuurder. Dit kan ook het geval zijn als daarnaast een of meer formele bestuurders hun taken als bestuurder bleven uitoefenen.

Inhoud

De zaak betrof een geschil tussen de curator van het failliete Red Dragon B.V. en een persoon die werd aangemerkt als feitelijk beleidsbepaler. De curator vorderde een verklaring voor recht dat deze persoon haar taak als bestuurder dan wel feitelijke beleidsbepaler kennelijk onbehoorlijk had vervuld, en dat dit een belangrijke oorzaak was van het faillissement. De verweerder stelde dat geen sprake was van feitelijke terzijdestelling van het formele bestuur, en dat dit een vereiste zou zijn om als feitelijk beleidsbepaler te worden aangemerkt volgens de wetsgeschiedenis van art. 2:248 lid 7 BW.

Uitspraak Hoge Raad

De Hoge Raad verwierp het argument van de verweerder. De Raad oordeelde dat voor de kwalificatie als feitelijk beleidsbepaler niet vereist is dat het formele bestuur volledig terzijde is gesteld. Het is voldoende dat de persoon zich ten minste een deel van de bestuursbevoegdheid heeft toegeëigend. Daardoor moet de persoon het beleid (mede) hebben bepaald als ware hij bestuurder.. Deze situatie kan zich voordoen zelfs wanneer er nog actieve formele bestuurders zijn. De aanwezigheid van een functionerend formeel bestuur sluit de kwalificatie als feitelijk beleidsbepaler dus niet uit. Deze uitspraak verduidelijkt de reikwijdte van het begrip “feitelijk beleidsbepaler” in het Nederlandse vennootschapsrecht. Het arrest heeft belangrijke implicaties voor de aansprakelijkheid van bepaalde personen. Het betreft personen die feitelijk het vennootschapsbeleid beïnvloeden zonder formele bestuursfunctie. Zij kunnen nu mogelijk aansprakelijk worden gesteld als feitelijk beleidsbepaler.