ECLI:NL:HR:2021:527 (Booking.com als bemiddelaar verplicht deel te nemen in Bpf Reisbranche)

Hoge Raad, 9 april 2021, Booking.com is als bemiddelaar verplicht deel te nemen in Bpf Reisbranche
(ECLI:NL:HR:2021:527)

Essentie

Bemiddelt Booking.com bij de totstandkoming van reisovereenkomsten? Zowel de kantonrechter als het hof was van mening dat de werkzaamheden van Booking.com niet onder het begrip ‘bemiddelen’ vielen. De Hoge Raad oordeelt nu van wel. Dit heeft grote gevolgen, doordat Booking.com door toedoen van dit arrest valt onder de werkingssfeer van het verplichtstellingsbesluit tot deelneming in Bedrijfstakpensioenfonds Reisbranche (Bpf Reisbranche).

In het geding vorderde Stichting Bpf Reisbranche een verklaring voor recht dat Booking.com (met terugwerkende kracht) verplicht is om deel te nemen in Bpf Reisbranche. Daartoe stelde zij dat Booking.com aan te merken is als ‘reisagent’ en sinds 2015 als ‘(online) reisagent’. Voor deze kwalificatie is vereist dat Booking.com in de uitoefening van haar werkzaamheden bemiddelt bij de totstandkoming van overeenkomsten.

Booking.com betwist dat het gaat om bemiddeling in de zin van het verplichtingsbesluit en verweert zich met de stelling dat het besluit, als gevolg van technologische ontwikkelingen, niet kan voorzien in haar werkzaamheden.

Rechtsregel

Deze zaak begint bij artikel 2 van de Wet BPF 2000. Kort gezegd volgt uit dit artikel dat de minister op aanvraag de deelname in een pensioenfonds binnen een bedrijfstak verplicht kan stellen. Voor de reisbranche is de deelneming in Bpf Reisbranche, bij besluit van de staatssecretaris van SZW, in 1996 verplicht gesteld. Bij wijzigingsbesluit is in 2015 het begrip ‘(online) reisagent’ toegevoegd aan de verplichtstelling.

Bij de uitleg van de werkingssfeerbepaling uit het verplichtingsbesluit geldt de cao-norm (Zie DSM/Fox, ECLI:NL:HR:2004:AO1427). Dit betekent dat de bewoordingen in beginsel van doorslaggevende betekenis zijn. Het gaat daarbij niet om de grammaticale uitleg van de tekst, maar om het vaststellen van de betekenis, die naar objectieve maatstaven volgt uit de bewoordingen. Naast de taalkundige betekenis, dienen ook de kenbare ratio, strekking en systematiek van het verplichtingsbesluit en de aannemelijkheid van de rechtsgevolgen, waartoe tekstinterpretaties kunnen leiden, meegewogen te worden (Zie Booking.com, ECLI:NL:GHAMS:2019:1849).

Omdat in het besluit zelf het begrip ‘bemiddelen’ niet omschreven wordt, ligt het voor de hand om bij het naar objectieve maatstaven vaststellen van de betekenis te kijken naar artikel 7:425 BW. Om te spreken van bemiddeling moet de tussenpersoon werkzaamheden verrichten, die dienstbaar zijn aan het tot stand komen van de overeenkomst. Niet vereist is dat de tussenpersoon zelf de overeenkomst sluit, voldoende is dat hij hier aan bijdraagt. De werkzaamheden hoeven hiervoor niet veelomvattend te zijn.

Inhoud uitspraak

Ten eerste behandelt de Hoge Raad de klacht inhoudende dat de technologische werkwijze van Booking.com niet bestond tijdens het opstellen van de verplichtstelling, waardoor deze werkwijze niet onder het besluit kan vallen. Het middel faalt, omdat in het besluit niet gerefereerd wordt aan bepaalde werkwijzen of technieken, waardoor toch voldaan kan zijn aan de omschrijving.

Vervolgens worden de werkzaamheden van Booking.com beoordeeld. Of sprake is van bemiddeling hangt af van de omstandigheden van het geval. De Hoge Raad overweegt hiertoe het volgende:

  • Het bedingen van een vergoeding naar aanleiding van de totstandkoming van de overeenkomst tussen de derde en wederpartij wijst op bemiddeling. Dit volgt uit het recht op loon van de bemiddelaar zoals omschreven in artikel 7:426 lid 1 BW. Dit komt overeen met de beloningsstructuur van Booking.com, nu zij commissie ontvangt nadat de gast van de accommodatie gebruik heeft gemaakt (en de overeenkomt derhalve gesloten is).
  • Het bedrijfsmodel van Booking.com is erop gericht dat derden een overeenkomst aangaan met accommodatiehouders, waar Booking.com een beloning voor ontvangt. Het feit dat de mogelijkheid bestaat om zelf contact met de accommodatiehouder op te nemen (en dus los van Booking.com te boeken) staat hieraan niet in de weg.
  • Booking.com neemt de administratieve verwerking uit handen door reserveringsgegevens en boekingsbevestigingen te verstrekken aan respectievelijk de aanbieder en de reiziger.

De Hoge Raad komt tot de enige conclusie dat Booking.com in de uitoefening van haar werkzaamheden ‘bemiddelt bij het tot stand komen van overeenkomsten op het gebied van reizen’ en dus een ‘(online) reisagent’ is zoals bedoeld in het verplichtingsbesluit.

De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof.