ECLI:NL:HR:2016:2842 (Overzichtsarrest witwassen)

HR 13 december 2016, Overzichtsarrest witwassen
(ECLI:HR:2016:2842)

Door Naomi van Burgsteden

Essentie

Naar aanleiding van de inwerkingtreding van de Wet aanpassing witwasregeling d.d. 1 januari 2017 heeft de Hoge Raad een overzichtsarrest gewezen. Met deze wet zijn de delicten ‘eenvoudig witwassen’ (artikel 420bis.1 Sr) en ‘eenvoudig schuldwitwassen’ (artikel 420quater.1 Sr) ingevoerd. Deze delicten hebben betrekking op het verwerven of voorhanden hebben van een voorwerp dat onmiddellijk afkomstig is uit enig eigen misdrijf.

Voor de invoering van voornoemde artikelen bestond de zogeheten kwalificatie-uitsluitingsgrond ten aanzien van artikelen 420bis lid 1 sub b en 420quater lid 1 sub b Sr. Deze kwalificatie-uitsluitingsgrond houdt kortgezegd in dat indien vaststaat dat het enkele verwerven of voorhanden hebben door de verdachte van een voorwerp afkomstig uit een door hemzelf begaan misdrijf niet kan hebben bijgedragen aan het verbergen of verhullen van de criminele herkomst van dat voorwerp, die gedraging niet als (schuld)witwassen kan worden gekwalificeerd. De ratio achter deze zogenaamde kwalificatie-uitsluitingsgrond is dat een verdachte die een bepaald misdrijf heeft begaan en die de door dat misdrijf verkregen voorwerpen dús verworven of voorhanden heeft, zich niet automatisch schuldig maakt aan het witwassen van die voorwerpen.

Rechtsregel

Kan een gedraging van een verdachte gekwalificeerd worden als witwassen, indien de verdachte een voorwerp onmiddellijk uit eigen misdrijf verwerft of voorhanden heeft, zonder dat de verdachte handelingen heeft verricht die zijn gericht op het verbergen of verhullen van de criminele herkomst? De Hoge Raad oordeelt dat met de invoering van de artikelen 420bis.1 en 420quater.1 Sr inderdaad wordt beoogd om het verwerven of voorhanden hebben van een voorwerp dat onmiddellijk afkomstig is uit een door de verdachte zelf begaan misdrijf, ook kan worden bestraft als een vorm van witwassen. Voor een bewezenverklaring is het dus niet noodzakelijk om vast te stellen dat de verdachte handelingen heeft verricht die (kennelijk) gericht zijn geweest op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst van het voorwerp.

Inhoud arrest

Voor de invoering van de artikelen 420bis.1 en 420quater.1 Sr heeft de Hoge Raad in zijn jurisprudentie bepaald dat het verwerven of voorhanden hebben van een voorwerp dat onmiddellijk afkomstig is uit enig eigen misdrijf, niet als witwassen kan worden gekwalificeerd wanneer de verdachte in een dergelijk geval geen handelingen heeft verricht die zijn gericht op het verbergen of verhullen van de criminele herkomst van de voorwerpen.

Met de aanvaarding en inwerkingtreding van voornoemde wetsartikelen kan een verdachte in de gevallen waarin hij enkel een voorwerp dat onmiddellijk uit enig eigen misdrijf is verkregen, verwerft of voorhanden heeft – ook wanneer geen sprake is van verbergende of verhullende handelingen – strafbaar zijn. Is er, bij dezelfde bewezenverklaring, naar het oordeel van de rechter wel sprake van een gedraging die meer omvat dan het enkele verwerven of voorhanden hebben en die een op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst van dat onmiddellijk door eigen misdrijf verkregen voorwerp gericht karakter heeft, dan kan het bewezenverklaarde worden gekwalificeerd als – gewoon – (schuld)witwassen als bedoeld in artikel 420bis of artikel 420quater Sr.

Wanneer het gaat om gewoon (schuld)witwassen bestaande uit het verwerven of voorhanden hebben van een voorwerp dat onmiddellijk afkomstig is uit een door de verdachte zelf begaan misdrijf, moet uit de motivering van de uitspraak kunnen worden afgeleid dat de gedragingen van de verdachte ook (kennelijk) gericht zijn geweest op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst van het voorwerp. Deze rechtspraak over de kwalificeerbaarheid van gewoon (schuld)witwassen houdt in dat indien vaststaat dat het enkele verwerven of voorhanden hebben door de verdachte van een voorwerp dat onmiddellijk afkomstig is uit een door hemzelf begaan misdrijf, niet kan hebben bijgedragen aan het verbergen of verhullen van de criminele herkomst van dat voorwerp, die gedraging niet als (schuld)witwassen kan worden gekwalificeerd. Daarmee wordt mede beoogd te voorkomen dat een verdachte die een bepaald misdrijf heeft begaan en die de door dat misdrijf verkregen voorwerpen verwerft of onder zich heeft en dus voorhanden heeft, zich automatisch ook schuldig maakt aan het gewoon (schuld)witwassen van die voorwerpen, een misdrijf waarop een gevangenisstraf van zes jaren respectievelijk twee jaren is gesteld. Bovendien wordt aldus bevorderd dat in zo een geval het door de verdachte begane (grond)misdrijf, dat in de regel nader is omschreven in een van specifieke bestanddelen voorziene strafbepaling, in de vervolging centraal staat.