ECLI:NL:HR:2013:BZ8782 (Nietigverklaring huwelijk op verzoek OM)

Nietigverklaring huwelijk op verzoek OM, 26 april 2013
(ECLI:NL:HR:2013:BZ8782)

Door Lisanne Roestenberg

Essentie

Wils(on)bekwaamheid bij aangaan huwelijk tussen een 22-jarige man en een 79-jarige vrouw met Alzheimer.

Rechtsregel

Vastgesteld is dat de psychische klachten van de vrouw zo ernstig waren dat zij haar eigen wil niet kon bepalen en de gevolgen van het huwelijk niet meer kon begrijpen. Er is ook vastgesteld dat de man niet ter goeder trouw was. Daarom heeft de rechtbank het huwelijk nietig verklaard.

De HR oordeelt dat de cassatiemiddelen niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft op grond van artikel 81 RO geen nadere motivering.

Inhoud arrest

Een man (geboren in 1986) en een vrouw (geboren in 1929) trouwen op 1 juli 2008 en Zeist in gemeenschap van goederen.

Bij verzoekschrift van 6 maart 2009 verzoekt een officier van justitie aan de rechtbank het huwelijk nietig te verklaren. Dit verzoek wordt ingediend omdat de vrouw niet in staat was haar wil te uiten en de gevolgen van het huwelijk te begrijpen. De officier van justitie bewijst dit met een verklaring van een psychiater, waarin staat dat de vrouw Alzheimer heeft en een brief van de advocaat van de vrouw, waarin staat dat de man misbruik heeft gemaakt van haar psychische toestand.

De man dient een verweerschrift in. Hij stelt dat hij met de vrouw veel overleg heeft gehad en advies heeft ingewonnen bij deskundigen. Vanwege erfrechtelijke en fiscale redenen hebben zij besloten om te gaan trouwen. De man behartigde al de zakelijke belangen van de vrouw. Het huwelijk is volgens de man een vorm van estate planning, wat de vrouw zelf wilde, om zo weinig mogelijk belasting over haar vermogen te betalen, zowel voor als na haar overlijden. De man verzoekt om getuigen en een deskundige te horen.

De vrouw wordt bij beschikking van 4 juni 2009 onder curatele gesteld vanwege een psychische stoornis.

De rechtbank beveelt bij beschikking van 28 oktober 2009 een onderzoek van de vrouw door een deskundige. Deze deskundige, klinisch geriater Groen, brengt op 23 november 2009 een rapport uit.

Na het horen van getuigen, twee geriaters en een psychiater, overweegt de rechtbank bij beschikking van 24 november 2010 dat voldoende vaststaat dat de psychische klachten van de vrouw zo ernstig waren dat zij haar eigen wil niet meer kon bepalen en de gevolgen van het huwelijk niet kon begrijpen. De rechtbank vraagt partijen te reageren op de vraag wat de gevolgen zouden zijn van een vernietiging van het huwelijk, voornamelijk voor de man, omdat gesteld wordt dat hij uit kwader trouw heeft gehandeld.

Bij beschikking van 13 april 2011 oordeelt de rechtbank dat de curator geslaagd is in het bewijs dat de man niet te goeder trouw was. De rechtbank verklaart voor recht dat het huwelijk nietig is. De man gaat in hoger beroep. Bij beschikking van 5 april 2012 bekrachtigt het gerechtshof de beslissing van de rechtbank.

De man gaat in cassatie. De Hoge Raad verwerpt het beroep.