Samenwonen als ware zij gehuwd, 20 december 2013
(ECLI:NL:HR:2013:2058)
Door Lisanne Roestenberg
Essentie
Geen einde alimentatieplicht als de vrouw gaat samenwonen met een nieuwe partner die nog gehuwd is.
Rechtsregel
Een man betaalt alimentatie aan zijn ex-vrouw. Zij gaat op een gegeven moment samenwonen met een ander, die nog getrouwd is. De man vraagt voor recht te verklaren dat hij nu geen alimentatie meer hoeft te betalen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de alimentatieverplichting niet eindigt als de nieuwe partner nog gehuwd is, ook niet als dat huwelijk alleen in stand wordt gehouden om de alimentatieverplichting te laten doorlopen. Dit kan wel een rol spelen bij de bepaling van de behoeftigheid van de vrouw (de hoogte van de alimentatie). Ook kan rekening worden gehouden met het feit dat de nieuwe relatie voor de man een ‘grievend karakter’ kan hebben.
Inhoud arrest
De man en de vrouw trouwen op 3 juli 1992 en krijgen twee kinderen. Op 30 december 2009 wordt de echtscheiding tussen hen uitgesproken en op 13 januari 2010 wordt de echtscheidingsbeschikking ingeschreven in de registers. De man betaalt vanaf dat moment aan de vrouw per maand 1.545 euro aan alimentatie.
In januari 2010 krijgt de vrouw een relatie met een andere man. Vanaf 1 mei 2010 wonen zij ook samen, hoewel deze man nog getrouwd is met een ander.
De man verzoekt de rechtbank voor recht te verklaren dat hij op grond van artikel 1:160 BW geen alimentatie meer hoeft te betalen per 1 maart 2010, of een andere datum die de rechtbank juist acht. Subsidiair verzoekt hij te bepalen dat de alimentatie per 1 maart 2010 op nihil wordt gesteld. Daarnaast verzoekt de man de rechtbank de vrouw te veroordelen tot terugbetaling van de onverschuldigd betaalde alimentatie over de periode 1 maart 2010 tot en met 1 september 2010.
De vrouw verzoekt de rechtbank te bepalen dat de alimentatie per 1 augustus respectievelijk 17 augustus 2010 wordt verhoogd tot 2.779 euro bruto per maand. De rechtbank wijst alle verzoeken af.
De man gaat in hoger beroep. Het hof verklaart voor recht dat de man vanaf 1 mei 2010 geen alimentatie meer hoefde te betalen en bepaalt dat de vrouw alle ontvangen alimentatie van na 1 mei 2010 aan hem moet terugbetalen. Het hof overweegt dat het samenwonen van de vrouw valt onder de situatie genoemd in artikel 1:160 BW en dat het daarbij niet uitmaakt dat de man nog gehuwd is. Het is voldoende aannemelijk dat dit is gedaan, zodat de vrouw nog alimentatie kan blijven ontvangen.
De vrouw gaat in cassatie. De Hoge Raad vernietigt de beschikking van het hof en verwijst het geding naar het hof Arnhem ter verdere behandeling en beslissing.