ECLI:NL:HR:2011:BR5223 (Rooyse Wissel)

Rooyse Wissel, 11 november 2011
(ECLI:NL:HR:2011:BR5223)

Door Austin Ellinor

Essentie
Het arrest Rooyse Wissel gaat over aansprakelijkheid voor geweld op de werkplek. In casu draait het om de vraag of de werkgever aansprakelijk is voor een arbeidsongeval van een werknemer op de werkplek op grond van artikel 7:658 BW of artikel 7:611 BW. Tevens wordt de vraag gesteld of hierbij een verzekeringsplicht bestaat voor de werkgever.

Rechtsregel
De werkgever heeft niet aan zijn uit artikel 7:658 BW voortvloeiende verplichting voldaan. Zeker gezien de structurele gevaren van de werkzaamheden waaraan werknemers zich niet kunnen onttrekken, had De Rooyse Wissel op grond van goed werkgeverschap zorg moeten dragen voor een behoorlijke verzekering.

Inhoud casus
Slachtoffer werkte in maart 2003 als werknemer in loondienst bij de TBS-instelling De Rooyse Wissel. Werknemer werkte daar als sociotherapeut op de gesloten afdeling Sfinx II, waar TBS-patiënten worden verpleegd. Op 10 maar 2003 wordt de werknemer vastgehouden en meerdere keren geslagen door een TBS-patiënt. Hierdoor loopt de werknemer behoorlijk lichamelijk letsel op. Als gevolg van dit letsel wordt hij compleet arbeidsongeschikt verklaard en verliest hij zijn baan.

Werknemer stelt De Rooyse Wissel aansprakelijk voor alle geleden en nog te lijden schade en vordert schadevergoeding. Deze vordering is primair gegrond op art. 7:658 BW en subsidiair op art. 7:611 BW. Volgens de werknemer was er geen sprake van goed werkgeverschap. Het werk was namelijk structureel gevaarlijk en hij werkte met onberekenbare patiënten die erg agressief kunnen zijn. De kliniek moet derhalve een hoog veiligheidsniveau aanbieden, door bijvoorbeeld veiligheidsmaatregelen te treffen.

De rechtbank en het Hof gaan hier echter niet in mee en oordelen dat er geen concreet gevaar van de patiënt in kwestie was te verwachten. De Rooyse Wissel voldeed dus wel aan de zorgplicht.

De Hoge Raad was het niet eens met de rechtbank en het Hof en oordeelde als volgt:

Aan de ingevolge art. 7:658 BW op de werkgever rustende stelplicht dienen in een geval als het onderhavige zeer hoge eisen te worden gesteld nu het gaat om een ongeval, met letselschade tot gevolg, dat voortvloeit uit een gevaarzettende situatie die rechtstreeks verband houdt met en inherent is aan de uitvoering van de werkzaamheden van de werknemer in de TBS-instelling met delictgevaarlijke patiënten, waaraan hij zich vanwege zijn specifieke functie niet kan onttrekken.

Bij een werkgever die zulk gevaarlijk werk aanbiedt, strekt de zorgplicht namelijk erg ver. De Hoge Raad neemt dus aansprakelijkheid op grond van artikel 7:658 BW aan.

De Hoge Raad heeft de vordering op grond van artikel 7:611 BW echter wel afgewezen. Hierbij verwees de Hoge Raad naar het TNT-arrest. Hierin heeft de Hoge Raad uitgelegd waarom de verzekeringsplicht uit art. 7:611 BW beperkt dient te blijven tot verkeersongevallen. In casu gaat het om een arbeidsongeval op de werkplek, geen verkeersongeval.