ECLI:NL:HR:2009:BG6631 (Corsa-arrest)

Hoge Raad 10 februari 2009, voorwaardelijk opzet op dood in het verkeer
(ECLI:NL:HR:2009:BG6631)

Essentie

In dit arrest wordt gekeken of sprake is van voorwaardelijk opzet, de ondergrens van opzet.

Rechtsregel

De verdachte wordt van doodslag verdacht, omdat hij onder invloed is gaan rijden en daardoor een ongeluk met twee doden heeft veroorzaakt. De verdachte was door meerdere getuigen gewaarschuwd niet te gaan rijden maar heeft dit toch gedaan. Ook heeft verdachte geen pogingen gedaan om het ongeluk te voorkomen. Hiermee heeft de verdachte de aanmerkelijke kans op de dood van andere weggebruikers, zijn vriendin en zichzelf willens en wetens aanvaard. Er is dus sprake van voorwaardelijk opzet. In andere arresten wordt vaak opzet op de eigen dood niet aangenomen, maar hier geldt een bijzondere omstandigheid. De verdachte is toch gaan rijden onder invloed, ondanks dat hij zichzelf hiertoe niet in staat achtte. Ook heeft de verdachte in de laatste seconde voor het ongeluk nog geremd. Echter is niet af te leiden welke bedoeling de verdachte had met het afremmen en onder de omstandigheden kon het remmen geen positief effect meer opleveren.

Inhoud arrest

Verbalisanten kregen een melding over een zwarte Opel Corsa. De bestuurder van deze auto zou vermoedelijk onder invloed rijden. De verbalisanten zagen later de Opel Corsa met een hoge snelheid voorbij rijden. De verbalisanten zetten de achtervolging in. De zwarte Opel Corsa gaf geen gevolg aan het stopteken van de verbalisanten en reed hen voorbij. De zwarte Opel Corsa reed even later richting een kruispunt met hoge snelheid en kwam in botsing met een witte Peugeot. De twee inzittenden van de witte Peugeot overleden beide na de aanrijding. Na onderzoek bleek dat de bestuurder van de zwarte Opel Corsa een rood stoplicht negeerde, met een snelheid van 124 km per uur reed en onder invloed was van alcohol. Verdachte verklaarde ook dat hij zich niets meer kon herinneren van de autorit. Hij voelde zich niet in staat om te rijden maar deed dit toch.

De verdachte was een dodelijk gevaar voor andere weggebruikers maar ook voor zichzelf en voor zijn vriendin, die ook in de auto zat. De feiten die zijn weergegeven laten geen andere conclusie toe dan dat de verdachte bereid was om ook zichzelf aan dodelijk letsel bloot te stellen. De laatste fractie van een seconde voor de botsing heeft de verdachte wel even geremd. Echter valt niet af te leiden welke bedoeling de verdachte met dit remmen had en onder de omstandigheden kon het remmen ook geen positief effect meer opleveren.

De verdachte heeft dus op de koop toegenomen dat hij en zijn vriendin het leven hadden kunnen verliezen. Door toch te gaan rijden onder invloed heeft de verdachte de aanmerkelijke kans aanvaard dat hij anderen zou kunnen doden. Hij heeft dus de kans op de dood van andere weggebruikers, zijn vriendin en zichzelf willens en wetens aanvaard. Daarom geldt hier dat de verdachte opzet had en wordt de verdachte veroordeeld voor doodslag. In andere arresten wordt vaak opzet op de eigen dood niet aangenomen, maar hier geldt een bijzondere omstandigheid.