Noodtoestand en Opiumwet-arrest; HR 16-09-2008.
(ECLI:NL:HR:2008:BC7923)
Door Austin Ellinor
Essentie
Het arrest Noodtoestand en Opiumwet gaat over de rechtvaardigingsgrond ‘overmacht wegens noodtoestand’. Deze rechtvaardigingsgrond is wettelijk vastgelegd in artikel 40 Sr. Overmacht noodtoestand houdt in dat niet strafbaar is hij die een feit begaat waartoe hij door overmacht is gedrongen. Het gaat dan om situaties waarin iemand moet kiezen tussen twee plichten: de plicht om de wet op te volgen en de maatschappelijke plicht. In uitzonderlijke gevallen weegt de maatschappelijke plicht zwaarder dan de wettelijke plicht. Er is dan sprake van een rechtvaardigingsgrond. Dat is in dit arrest het geval.
Rechtsregel
Uitzonderlijke omstandigheden kunnen er toe leiden dat verboden gedragingen, zoals het kweken van cannabis, gerechtvaardigd kunnen worden op grond van overmacht wegens noodtoestand. Dan weegt de maatschappelijke plicht zwaarder dan de wettelijke plicht.
Inhoud arrest
De verdachte lijdt al jaren aan multiple sclerose. Hij kreeg bijwerkingen van de cannabis van de apotheek en kon de pijn alleen onderdrukken met speciale teelt van cannabis die hij zelf verbouwde. Na een inval van de politie wordt hij veroordeeld voor artikel 3, lid 1, B van de Opiumwet.
In hoger beroep voerde de verdachte aan dat de cannabis van de apotheek en coffeeshops niet werkten voor hem. Slechts de zelfgekweekte cannabis verlichte de pijn. Verdachte doet dus een beroep op overmacht wegens noodtoestand. Dit werd door het Hof aanvaard.
De Hoge Raad oordeelt dat de beslissing van het Hof terecht is. De Hoge Raad meent dat de verdachte handelde in noodtoestand. Er was namelijk geen alternatief voor de verdachte en het is niet vreemd dat slechts de door hemzelf gekweekte cannabis voor resultaat zorgde. Na uitvoerig onderzoek door het Hof en advies van deskundigen, is gebleken dat de verdachte uit alle cannabisplanten waarschijnlijk net de goede heeft gevonden, met werkzame stoffen die voor hem voor de juiste werking zorgen.
Door die noodtoestand kunnen volgens de Hoge Raad ‘uitzonderlijke omstandigheden in een individueel geval meebrengen dat verboden gedragingen gerechtvaardigd worden’. Het beroep op overmacht wegens noodtoestand wordt derhalve aanvaard.