Kooiker/Taxicentrale Nijverdal, 1 februari 2008
(ECLI:NL:HR:2008:BB4767)
Door Lisanne Roestenberg
Essentie
Een werkgever moet op grond van het goed werkgeverschap zijn werknemers die werken als chauffeur behoorlijk verzekeren voor verkeersongevallen. Zo niet, dan is hij aansprakelijk voor de schade die zij lijden.
Rechtsregel
Er bestaat geen onbeperkte aansprakelijkheid bij arbeidsongevallen op grond van artikel 7:658 BW, artikel 7:611 BW of enig ander wetsartikel. In het kader van artikel 7:611 BW moet de werkgever haar werknemers die werken als chauffeur wel behoorlijk verzekeren voor verkeersongevallen. De omvang van deze verplichting moet van geval tot geval worden vastgesteld met inachtneming van alle omstandigheden, bijvoorbeeld de verzekeringsmogelijkheden, of de te betalen premie van de werkgever verwacht kan worden en de opvattingen over welke schade een verzekering moet dekken. De verzekering hoeft geen dekking te verlenen voor schade die het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. Als de werkgever geen goede verzekering heeft afgesloten, is hij aansprakelijk voor de schade die een werknemer heeft geleden.
In dit geval was Kooiker beperkt gedekt voor de schade. Het hof heeft de voor Kooiker afgesloten verzekeringen samen een behoorlijke verzekering opleverden. Het enkele feit dat de verzekering voldeed aan de eisen uit de cao, is hiervoor onvoldoende.
Inhoud arrest
Kooiker werkt als taxichauffeur bij Taxicentrale Nijverdal. Op 7 oktober 1994 rond 20.00 uur wordt hij tijdens zijn werk in zijn taxi bij het oversteken van een onbewaakte spoorwegovergang aangereden door een trein. Hierdoor loopt hij ernstig letsel op en raakt hij volledig arbeidsongeschikt.
Op de arbeidsovereenkomst van Kooiker is de cao taxivervoer van toepassing. Hierin is opgenomen dat een werkgever voor zijn werknemers een collectieve ongevallenverzekering moet afsluiten, die bij blijvende arbeidsongeschiktheid door een ongeval tijdens het werk een uitkering van maximaal één jaarsalaris, ten hoogste 75.000 gulden, moet uitkeren.
Taxicentrale Nijverdal heeft deze verzekering afgesloten bij Sun Alliance, die aan Kooiker als voorschot 50.000 gulden heeft betaald. Daarnaast had Taxicentrale Nijverdal een tweede verzekering bij Delta Lloyd, die aan Kooiker 7.838,64 gulden heeft betaald.
Kooiker dagvaardt Taxicentrale Nijverdal bij exploot van 24 januari 2003 voor de rechtbank en vordert te verklaren voor recht dat Taxicentrale Nijverdal aansprakelijk is voor zijn geleden en nog te lijden schade als gevolg van het ongeluk tijdens zijn werk en de Taxicentrale te veroordelen om hem een bedrag van 25.000 euro te betalen als voorschot op de schade en de schade op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, met rente en kosten. Taxicentrale Nijverdal bestrijdt de vordering.
Bij vonnis van 20 april 2004 wijst de kantonrechter de vorderingen van Kooiker af. Kooiker gaat in hoger beroep. Bij arrest van 18 april 2006 bekrachtigt het hof het vonnis van de kantonrechter. Kooiker gaat in cassatie. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het gerechtshof Arnhem en verwijst het geding naar het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch ter verdere behandeling en beslissing. De Hoge Raad veroordeelt Taxicentrale Nijverdal in de kosten van het geding.