ECLI:NL:HR:2008:BA4224 (Het Veldinventaris-arrest)

Hoge Raad, 1 februari 2008, Het Veldinventaris-arrest
(ECLI:NL:HR:2008:BA4224)

Essentie

Dit standaardarrest maakt duidelijk wanneer een onderneming op basis van goed koopmansgebruik gemaakte uitgaven fiscaal moet i) activeren op de balans, ii) dan wel direct van de winst mag aftrekken als kostenpost. Het maakt ook duidelijk dat landbouwers geen bijzondere positie meer kennen, die op basis van rechtspraak in het verleden wel heeft gegolden. Het arrest is een mooi voorbeeld van het dynamische karakter van goed koopmansgebruik, dat afhankelijk is van maatschappelijke ontwikkelingen.

Rechtsregel

Uitgaven die zijn gemaakt in een jaar – die bestemd zijn voor toekomstige omzet in een later boekjaar en ook hieraan toerekenbaar zijn – dienen geactiveerd te worden. Deze uitgaven zijn pas aftrekbaar als de opbrengsten zijn gerealiseerd in de toekomst op basis van het matchingsbeginsel.

In het verleden mochten landbouwers – op basis van goed koopmansgebruik – voor uitgaven aan de veldinventaris ervan uitgaan dat deze direct aftrekbaar waren. Het was namelijk te ingewikkeld om vast te stellen op welke oogst de uitgaven betrekking hadden. Hedendaags hebben de technologische ontwikkelingen gezorgd dat dit niet meer het geval is. Landbouwers dienen nu daarom ook uitgaven aan de veldinventaris op de balans te activeren, indien deze betrekking hebben op oogsten die pas in een later boekjaar tot omzet zullen leiden.

Inhoud arrest

Belanghebbende exploiteert een tuinbouwbedrijf. De teelt vindt plaats in kassen. In de loop van een kalenderjaar kan ongeveer vijfmaal geoogst worden. In deze casus heeft belanghebbende in 2003 uitgaven gedaan voor materialen, arbeid, verwarming, elektra, water, meststoffen en gewasbescherming (gezamenlijk de ‘’veldinventaris’’ genoemd). Deze uitgaven ter zake van deze veldinventaris worden allen gebruikt voor de oogst in het jaar nadat de uitgaven zijn gemaakt (2004). Het zijn normale uitgaven die elk jaar terugkeren.

In het onderhavige jaar van de procedure (2003), heeft belanghebbende de kosten ten behoeve van de veldinventaris niet geactiveerd, maar direct ten laste van de fiscale winst gebracht. De Inspecteur is van mening dat dit wel had gemoeten op basis van goed koopmansgebruik (= het concept dat de jaarwinst bepaalt van een onderneming en baten en lasten toerekent aan het jaar waar ze betrekking op hebben).

In het verleden is geoordeeld dat ten aanzien van planten of gewassen met een korte levensduur, duidelijk is dat deze zaken bestemd zijn voor (toekomstige) omzet. Op basis van het matchingsbeginsel zijn in beginsel de gemaakte uitgaven voor deze oogst pas aftrekbaar in het jaar dat deze goederen worden verkocht. In HR, BNB 1956/222 heeft de Hoge Raad vervolgens echter duidelijk gemaakt dat normale, jaarlijks terugkerende uitgaven voor landbouwers – welke bestemd zijn voor omzet in het volgende boekjaar en waarvan de kosten praktisch gesproken uitgewerkt zijn in het jaar van de uitgaven (zoals de veldinventaris kosten)  – niet geactiveerd hoeven te worden op basis van goed koopmansgebruik. Achtergrond is hierbij dat het voor landbouwers destijds administratief niet bij te houden was op welke oogst de gemaakte uitgaven betrekking hadden. De technologie was destijds nog niet zover. Landbouwers kenden derhalve een uitzonderingspositie, omdat het lastig was om de veldinventaris kosten te matchen met specifieke opbrengsten/oogsten. Op basis van goed koopmansgebruik mogen deze uitgaven direct ten laste van de winst worden gebracht als kosten.

De Hoge Raad komt terug op eerdere jurisprudentie. In het heden – de casus speelde rond 2008 – kunnen landbouwers dit wel. Technologische vooruitgang heeft het mogelijk gemaakt dat de uitgaven van de veldinventaris eenvoudig(er) te koppelen zijn aan specifieke oogsten. De Hoge Raad overweegt dan ook dat landbouwers geen uitzonderingspositie meer nodig hebben. Dit betekent dat de uitgaven voor de veldinventaris verplicht geactiveerd dienen te worden, als deze uitgaven betrekking hebben op oogsten die pas in een later boekjaar tot omzet zullen leiden.  Dit arrest toont het dynamische karakter van goed koopmansgebruik, dat met de tijd en ontwikkelingen meegaat. Belanghebbende moet derhalve de gemaakte uitgaven activeren en de Inspecteur is dus in het gelijk gesteld.