ECLI:NL:HR:2004:AO1427 (DSM/Fox)

DSM/Fox, HR 20 februari 2004
(ECLI:NL:HR:2004:AO1427)

Felicity Garretsen

Essentie

De Haviltex-norm en de cao-norm vormen geen tegenstelling, maar gaan vloeiend in elkaar over.

Rechtsregel

De Hoge Raad heeft in dit arrest duidelijk gemaakt wat de verhouding is tussen de Haviltex-norm en de cao-norm. Deze twee normen vormen geen tegenstelling, maar gaan vloeiend in elkaar over. Beide vinden hun grondslag in de overkoepelende norm, die luidt dat bij de uitleg van een schriftelijke overeenkomst telkens van beslissende betekenis zijn alle omstandigheden van het concrete geval, gewaardeerd naar hetgeen de maatstaven van redelijkheid en billijkheid meebrengen. Enerzijds moet uitleg volgens de cao-norm niet als louter taalkundig worden gezien, en anderzijds is er bij de Haviltex-norm ruimte voor uitleg naar objectieve maatstaven. Aan de hand van alle omstandigheden van het geval wordt meer gewicht toegekend aan subjectieve óf aan objectieve aanknopingsfactoren.

Inhoud arrest

HR DSM/FoxIn deze zaak strijden partijen, een pensioenfonds en een werknemer die deelnemer is in het pensioenfonds, over de uitleg van een anti-cumulatiebepaling in het pensioenreglement. De kantonrechter heeft de bepaling uitgelegd overeenkomstig de doelstelling daarvan, maar de rechtbank heeft voor een zuiver taalkundige uitleg gekozen. Hiertegen richt zich het middel met een rechtsklacht.

De rechtsvraag die centraal staat, is: Hoe moet het pensioenreglement worden uitgelegd?

De Hoge Raad overweegt dat tussen de Haviltex-norm en de cao-norm geen tegenstelling bestaat, maar een vloeiende overgang. Enerzijds heeft ook bij toepassing van de Haviltex-norm te gelden dat, indien de inhoud van een overeenkomst in een geschrift is vastgelegd, de argumenten voor een uitleg van dat geschrift naar objectieve maatstaven aan gewicht winnen indien de daarin belichaamde overeenkomst naar haar aard meer is bestemd de rechtspositie te beïnvloeden van derden die de bedoeling van de contracterende partijen uit dat geschrift en een eventueel daarbij behorende toelichting niet kunnen kennen. Anderzijds leidt de cao-norm niet tot een louter taalkundige uitleg. Er moet onder meer acht worden geslagen op de elders in de cao gebruikte formuleringen, op de aannemelijkheid van de rechtsgevolgen en eventueel bij de cao behorende schriftelijke toelichtingen. Bij de uitleg van een schriftelijk contract zijn telkens alle omstandigheden van het concrete geval van belang, gewaardeerd naar hetgeen de maatstaven van redelijkheid en billijkheid meebrengen.

In de verhouding tussen het pensioenfonds en de werknemer, voor wie de bedoeling van de oorspronkelijk contracterende partijen (zijn werkgever en het pensioenfonds) niet kenbaar is en die op de formulering daarvan geen invloed heeft gehad, is toepassing van de cao-norm aangewezen. Uit het hiervoor genoemde volgt dat de rechtbank die oordeelde dat een zuiver taalkundige uitleg van de desbetreffende bepaling voorop dient te staan, is uitgegaan van een onjuiste rechtsopvatting omdat bij toepassing van de cao-norm mede de door het middel aangehaalde gezichtspunten zoals de ratio van de onderhavige regeling, de redelijkheid van de uitkomst van de uitleg die het pensioenfonds voorstaat en de mate waarin die uitleg past binnen het systeem van het pensioenreglement waarvan de anti-cumulatiebepaling deel uitmaakt, als geheel van belang kunnen zijn en door de rechter in zijn motivering moeten worden betrokken.