ECLI:NL:HR:2003:AF6200 (Wickel/Klene B.V.)

Wickel/Klene B.V., 20 juni 2003
(ECLI:NL:HR:2003:AF6200)

Door Lisanne Roestenberg

Essentie

Herhaaldelijk niet voldoen aan redelijke opdrachten levert een reden op voor ontslag op staande voet. Hierbij moeten wel de persoonlijke omstandigheden van de werknemer worden betrokken.

Rechtsregel

Als een werknemer herhaaldelijk niet voldoet aan redelijke opdrachten van de werkgever levert dit in beginsel een dringende reden voor ontslag op. Bij de beoordeling van de dringende reden moet ook de persoonlijke omstandigheden van de werknemer worden betrokken, zoals zijn leeftijd en de gevolgen die het ontslag op staande voet voor hem heeft. Ook als de gevolgen ingrijpend zijn, kan een afweging van de persoonlijke omstandigheden tegen de aard en de ernst van de dringende reden tot de conclusie leiden dat het ontslag op staande voet gerechtvaardigd is.

Inhoud arrest

Wickel gaat op 14 april 1986 werken bij Klene B.V. (hierna: Klene) als storings- en onderhoudsmonteur. Klene produceert drop en moet zich aan strenge regels houden met betrekking tot hygiëne en procesorganisatie. Daarom heeft het bedrijf bedrijfsregels.

Bij brief van 21 augustus 1995 laat Klene Wickel weten dat hij regelmatig de regels overtreedt en een onverschillige houding laat zien tegenover deze regels. Zo rookt hij bijvoorbeeld waar het niet mag en neemt hij te lang pauze. Klene geeft aan dat overtreding van de huisregels niet meer wordt getolereerd.

Op 27 maart 1998 krijgen alle werknemers van Klene een memo waarin de pauzetijden nog eens staan opgenomen. Hierin staat ook dat rokers geen extra pauzes krijgen en dat roken alleen in de daarvoor bestemde ruimtes mag. Degenen die zich hier niet aan houden zullen eerst een schriftelijke waarschuwing krijgen en daarna zal de verzuimde werktijd verrekend worden met de vakantie-uren.

Bij brief van 27 april 1998 heeft Klene aan Wickel bevestigd dat hij heeft gezegd dat hij ondanks de regels tussendoor blijft roken op de verkeerde plekken. Hij wordt nogmaals gewaarschuwd dat hieraan gevolgen zullen worden verbonden.

Op 10 juli 1998 krijgt Wickel een officiële waarschuwing omdat hij zich niet aan de afspraken over de pauzetijden heeft gehouden en hierbij is aangegeven dat als Wickel het blijft doen, gekort zal worden op zijn gratificatie met een (oplopend) geldbedrag. Bij brief van 15 juli 1998 heeft Klene aan Wickel bericht dat eerst 25, daarna 50 en daarna 100 gulden zal worden gekort op zijn gratificatie.

Bij brief van 5 november 1998 krijgt Wickel een tweede officiële waarschuwing. Daarbij is opgenomen dat als hij zo door blijft gaan ernstigere maatregelen worden genomen. Op 9 november 1998 vindt een gesprek plaats tussen Klene en Wickel.

Bij brief van 10 november 1998 bericht Klene aan Wickel dat zijn gedrag onaanvaardbaar is. Hij lapt nog steeds de huisregels aan zijn laars, schoffeert de werkgever en is niet van plan zich in de toekomst wel aan de regels te houden. Dit kan volgens Klene niet zonder gevolgen blijven en er wordt aangekondigd dat Wickel de volgende keer als het weer gebeurt ontslag op staande voet krijgt.

Wickel reageert per brief van 16 november 1998 dat er een regeling moet komen over het wel of niet aanwezig mogen zijn in de kantine om conflicten te voorkomen. Bij brief van 2 december 1998 verwijst Klene naar de ‘Toelichting pauzetijden’ en geeft aan dat pauzetijden dus niet zelf kunnen worden bepaald.

Bij brief van 24 december 1998 reageert de FNV namens Wickel dat hij alleen zijn pauzetijden niet nakomt als hij niet in de gelegenheid was om te pauzeren gedurende die momenten. Verder is het noodzakelijk om hierover nadere afspraken te maken.

Op 8 maart 1999 rond 08.00u gaat Wickel met een brandende sigaret de fabriek binnen, laat deze brandend op de verwarming liggen om de gasmeterstand op te nemen en gaat daarna met de sigaret naar de kantine. Later die dag wordt Wickel hiervoor op staande voet ontslagen. Bij brief van dezelfde datum bevestigt Klene het ontslag. Bij brief van 11 maart 1999 roept Wickel de nietigheid van het ontslag in.

Wickel dagvaart Klene voor de kantonrechter en vordert dat voor recht wordt verklaard dat het aan hem gegeven ontslag nietig is en dat Klene, samengevat, wordt veroordeeld om hem weer tewerk te stellen en zijn loon door te betalen. De kantonrechter wijst bij vonnis van 12 augustus 1999 de vorderingen bij verstek toe. Klene gaat in verzet, waarna de kantonrechter bij vonnis van 3 februari 2000 het verstekvonnis vernietigt en de vorderingen van Wickel afwijst.

Bij beschikking van 27 maart 2000 ontbindt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 1 april 2000 voor zover deze nog zou blijken te bestaan.

Wickel stelt hoger beroep in tegen het vonnis van 3 februari 2000. Bij vonnis van 19 juni 2001 bekrachtigt de rechtbank het vonnis van de kantonrechter. Wickel gaat daarna in cassatie. De Hoge Raad verwerpt het beroep en veroordeelt Wickel in de proceskosten.