ECLI:NL:HR:2002:AB2865 (Het Renpaardenarrest)

Hoge Raad, 14 juni 2002, Het Renpaardenarrest
(ECLI:NL:HR:2002:AB2865)

Essentie

Uit dit standaardarrest blijkt in hoeverre zakelijke kosten, die ook persoonlijke behoeften bevredigen, in aftrek mogen komen van de belastbare winst van een onderneming.

Rechtsregel

De uitgaven van een onderneming zijn niet aftrekbaar voor zover zij niet een zakelijk karakter hebben. Het niet aftrekbare gedeelte is gelijk aan het gedeelte van de uitgaven die een redelijk denkend ondernemer niet zou maken. Dit deel ziet op de persoonlijke behoeften van de aandeelhouders en is daarom een (niet aftrekbare) dividenduitkering.

Inhoud arrest

In het Renpaardenarrest is belanghebbende een uitzendbureau in de metaalbranche. Om reclame te maken voor het uitzendbureau, houdt het uitzendbureau twee renpaarden die deelnemen aan drafwedstrijden. De directeur-grootaandeelhouder van het uitzendbureau is ook een grote liefhebber van de paardensport. Het uitzendbureau heeft de kosten met betrekking tot de paarden in aftrek gebracht van de winst. In geschil is in hoeverre de kosten aftrekbaar zijn.

Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen zakelijke kosten en niet-zakelijke kosten. Alleen zakelijke kosten zijn aftrekbaar van de belastbare grondslag. Dit zijn de kosten die nodig zijn voor de uitoefening van de onderneming en de kosten die rechtstreeks betrekking hebben op de onderneming. Deze kosten zijn in beginsel volledig aftrekbaar, ongeacht de hoogte of het nut van de uitgaven. De fiscus mag het zakelijke nut in principe ook niet toetsen of in twijfel trekken.

Dit is anders als de zakelijke kosten ook deels zien op het bevredigen van persoonlijke behoeften van de aandeelhouders. Hiervan is sprake als een zodanige wanverhouding bestaat tussen de gemaakte kosten en het nut van deze kosten voor de onderneming dat geen redelijk denkend ondernemer kan volhouden dat de uitgaven uitsluitend zijn gedaan uit zakelijke belangen van de onderneming.  Dit niet zakelijke gedeelte van de uitgaven – gelijk aan het deel dat een redelijk denkend ondernemer niet zou maken – is niet aftrekbaar van de winst. Dit deel van de kosten behoort dus wel tot de zakelijke kosten, maar wordt geraakt door het aftrekverbod in het Renpaardenarrest.

Een redelijk denkend ondernemer is een vergelijkbare vennootschap waarvan het bedrijfsbeleid niet wordt beïnvloed door de persoonlijke behoeften van de aandeelhouders. Belanghebbende mag dan ook alleen de kosten in aftrek brengen die een redelijk denkend ondernemer zou maken om dezelfde naamsbekendheid te bereiken.