Kinheim/Pelders, 4 februari 2000
(ECLI:NL:HR:2000:AA4732)
Door Marsha Simon
Essentie
Dit arrest gaat over het intreden van verzuim. Indien er op de gegeven garantie een uitzondering wordt gemaakt door middel van een brief aan de wederpartij en de wederpartij reageert hier niet op, is hiermee dan de overeenkomst gewijzigd? De Hoge Raad oordeelde dat door het uitblijven van een reactie van de wederpartij op de brief, de wederpartij hierdoor niet zonder meer in verzuim treedt.
Rechtsregel
De vraag is of de inhoud van een overeenkomst kan worden gewijzigd door een daartoe strekkende mededeling van de ene partij aan de andere, in samenhang met het uitblijven van een reactie van de andere partij. Dit hangt ervan af of de partij die de mededeling deed, gezien de omstandigheden van het geval, mocht vertrouwen dat bij het uitblijven van een reactie, dit kon opvatten als een blijk van instemming. Het enkele ontbreken van een reactie is onvoldoende grond voor wijziging. De schuldenaar raakt bij een aan hem toerekenbare tijdelijke onmogelijkheid van nakoming niet zonder meer in verzuim.
De schuldeiser kan echter het verzuim doen intreden door een enkele aansprakelijkstelling, zonder termijn voor nakoming. Ingeval sprake is van een ondeugdelijke, voor herstel vatbare prestatie en van schuldeiser kan worden gevergd dat hij gelegenheid geeft voor herstel, zal verzuim in beginsel pas intreden nadat redelijke termijn voor nakoming is gegeven. Een tekortkoming is niet voor herstel vatbaar voor zover door gebrek schade is geleden die niet door een vervangende prestatie wordt weggenomen.
Inhoud arrest
Afnemer Kinheim geeft aan producent Pelders opdracht tot het vervaardigen van schroefelementen. Deze voldoen niet aan de verwachtingen. In de procedure vordert Kinheim in conventie schadevergoeding. In reconventie vordert Pelders betaling van openstaande nota’s. De rechtbank wijst de vordering in conventie af, omdat Pelders niet in gebreke is gesteld. De rechtbank wijst de reconventionele vordering toe. Het Hof bekrachtigt het vonnis: van een blijvende onmogelijkheid tot nakoming was naar zijn oordeel geen sprake.
Het beroep op de door Pelders verstrekte garantie wordt afgewezen, omdat Pelders Kinheim na totstandkoming van de overeenkomst een brief heeft gestuurd waarin op de garantie een uitzondering werd gemaakt en Kinheim op die brief niet heeft gereageerd. Of de inhoud van een tussen twee partijen bestaande overeenkomst gewijzigd kan worden door een daartoe strekkende mededeling van de ene partij aan de andere in samenhang met het uitblijven van een reactie van de andere partij daarop, hangt hiervan af, of de partij die de mededeling deed, mocht vertrouwen dat hij het uitblijven van een reactie kon opvatten als een blijk van instemming.
Zulks hangt af van de inhoud van de mededeling, de wijze waarop partijen verder aan hun contractuele relatie vorm hebben gegeven, en de overige omstandigheden van het geval, zoals de verdere inhoud van de brief waarin de mededeling werd gedaan, en de aanleiding voor het doen van de mededeling. Het enkele ontbreken van een reactie van de wederpartij op de mededeling is onvoldoende grond om aan te nemen dat de overeenkomst tussen partijen gewijzigd is in overeenstemming met de inhoud van de mededeling.
De stelling van Kinheim dat Pelders niet op korte termijn in de gelegenheid was geweest het gebrek in haar levering te herstellen biedt onvoldoende grondslag voor toepassing van artikel 6:82 lid 2 BW, welke bepaling enerzijds meebrengt dat de schuldenaar bij aan hem toerekenbare tijdelijke onmogelijkheid van nakoming niet zonder meer in verzuim geraakt, anderzijds dat de schuldeiser het verzuim kan doen intreden door een schriftelijke mededeling waaruit blijkt dat de schuldenaar voor het uitblijven van nakoming aansprakelijk wordt gesteld, zonder dat aan de schuldenaar eerst nog een termijn voor de nakoming behoeft te worden gesteld en nakoming binnen deze termijn is uitgebleven.
Indien een schuldenaar aanvankelijk een ondeugdelijke prestatie heeft geleverd doch deze is vatbaar voor herstel door alsnog een deugdelijke prestatie te leveren of het gebrek in de geleverde prestatie te herstellen, en van de schuldeiser gevergd kan worden dat hij de schuldenaar daartoe in de gelegenheid stelt, zal verzuim te dien aanzien in beginsel pas intreden nadat de schuldeiser de schuldenaar op de voet van artikel 6:82 lid 1 BW, de gelegenheid tot herstel heeft gegeven. De Hoge Raad besluit thans over te gaan tot vernietiging van het arrest van het Hof te ’s-Hertogenbosch en Pelders wordt veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.