ECLI:NL:HR:1996:ZD0497 (Boom te Echt)

Boom te Echt, HR 25 juni 1996, NJ 1997, 106
(ECLI:NL:HR:1996:ZD0497)

Door Jay Irfan

Essentie

Dit arrest is een aanvulling op het Brasserskade-arrest. De casus is dezelfde als de zaak Brasserskade, maar de Hoge Raad was in deze zaak een andere mening toegedaan. De wijziging in de tenlastelegging werd namelijk als niet relevant beoordeeld.

Rechtsregel

De rechtsvraag luidde: ‘Is er sprake van grondslagverlating van de tenlastelegging van het Gerechtshof?’ De Hoge Raad antwoordde ontkennend. In casu is geen sprake van een grondslagverlating, omdat de verandering van de tenlastelegging strafrechtelijk gezien irrelevant was. Het komt erop neer dat er niets anders was bewezen verklaard dan hetgeen in de tenlastelegging was opgenomen.

Een wijziging in de tenlastelegging is daarom toelaatbaar als deze informatie strafrechtelijk gezien er niet toe doet. In deze zaak is de boom slechts het voorwerp waarmee de auto in botsing is gekomen, terwijl in de zaak Brasserskade de plaats van de boom van belang was voor het ten laste gelegde delict. Het maakt voor dit arrest geen verschil of de boom links of rechts van de weg staat.

Inhoud arrest

Zoals gezegd, is de inhoud van het arrest hetzelfde als de zaak Brasserskade. De overweging van de Hoge Raad verschilt echter enigszins: ‘in aanmerking genomen a) dat de woorden ‘voor hem links’ voor de krachtens de artikelen 348 en 350 Sv door de rechter te dezen te geven beslissingen strafrechtelijk niet van belang zijn en b) dat niet kan worden gezegd dat het Hof door vrij te spreken van bedoeld onderdeel van de tenlastelegging iets anders heeft bewezen verklaard dan was te laste gelegd, heeft het Hof, anders dan in het middel wordt beoogd, de grondslag der tenlastelegging niet verlaten.’