ECLI:NL:HR:1994:ZC134 (Taxusstruik-arrest)

Hulsbosch/Broen (Taxusstruik-arrest), HR 22-04-1994, NJ 1994, 624
(ECLI:NL:HR:1994:ZC134)

Door Austin Ellinor

Essentie
Dit arrest gaat over de aansprakelijkheid voor giftige planten en struiken. Hoe ver reiken de zorgvuldigheidsnormen? In dit arrest staat de vraag centraal of men aansprakelijk kan zijn voor vergiftiging door het plaatsen van giftige planten en of er in een dergelijk geval sprake is van onrechtmatig handelen.

Rechtsregel
De Hoge Raad oordeelde als volgt:

De in het maatschappelijk verkeer betamende zorgvuldigheid reikt niet zo ver dat degeen die een plant of struik waarvan hij de giftigheid niet kent of behoeft te kennen, onder zich heeft, verplicht zou zijn om deze plant of struik op zodanige wijze onder zijn controle te houden dat zij geen gevaar kan opleveren, tenzij hem na onderzoek is gebleken dat de plant of struik ongevaarlijk is.

De Hoge Raad stelt dus dat de aansprakelijkheidsregel niet kan worden toegepast, als het gaat om planten of struiken waarvan de giftigheid niet algemeen bekend is.

Inhoud arrest
De tuin van Broen grenst aan één zijde aan het weiland van Hulsbosch. Dit weiland van Hulsbosch is omheind met een afrastering van gaas. In de tuin van Broen ligt een kleine afvalhoop, dicht bij de afrastering. Op een dag komt een kennis van Broen langs. Deze kennis, Verhoeven, gooit dan een taxusstruik op de afvalhoop van Broen. In het weiland van Hulsbosch grazen twee paarden. Deze paarden kunnen net met hun mond bij de afvalhoop en eten hiervan. Een taxusstruik kan dodelijk zijn voor paarden, wanneer zij deze plant binnenkrijgen. Als gevolg van het eten van deze taxus, overlijden de twee paarden van Hulsbosch. Broen en Verhoeven wisten beiden niet dat de taxusstruik giftig was. Hulsbosch stelt Broen en Verhoeven aansprakelijk voor de geleden schade en vordert schadevergoeding wegens onrechtmatige daad.

De rechtbank wees de vordering van Hulsbosch af. Het hof heeft dit vonnis bekrachtigd. Ook de Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep. Broen en Verhoeven zijn niet aansprakelijk. Het oordeel komt er op neer, dat zij beiden niet wisten dat de taxusstruik giftig was. Zij behoefden dit ook niet te weten, omdat het niet algemeen bekend is. Zij konden het gevaar dus niet voorzien en waren niet verplicht de taxusstruik buiten het bereik van de paarden te houden. De zorgvuldigheidsnorm is dus niet geschonden door het gooien van de taxusstruik op de afvalhoop. Hulsbosch kan de geleden schade niet op Broen en Verhoeven verhalen.