ECLI:NL:HR:1989:AD0647 (Elvis Presley)

HR 24 februari 1989, IEF 19229. Inbreuk op auteursrecht Elvis Presley (onrechtmatige daad)
(ECLI:NL:HR:1989:AD0647)

Door Jay Irfan

Essentie

Dit arrest gaat over een inbreuk op het auteursrecht. BMG c.s. (eiseressen tot cassatie) hebben Boogaard c.s. (verweersters in cassatie) voor de rechter gedaagd omdat Boogaard c.s. een onrechtmatige daad zou plegen door geluidsopnamen en videobeelden openbaar te maken dan wel te verkopen ondanks dat uitsluitend BMG c.s. de rechten van Elvis hebben verkregen om zijn werk te publiceren dan wel te verkopen.

Rechtsregel

De vraag die centraal staat in deze zaak is: is het kopiëren en verhandelen van geluidsopnames van prestaties van een uitvoerend kunstenaar onrechtmatig? Kortgezegd: ja. De prestaties van Presley zijn op één lijn te stellen met een beschermd werk. Boogaard c.s. handelden daarom onrechtmatig toen zij die geluidsopnamen kopieerden naar eigen geluidsdragers en die in de handel brachten.

Het gerechtshof heeft in hoger beroep overwogen dat “de prestaties van Presley als uitvoerend kunstenaar van dien aard zijn dat zij op één lijn gesteld kunnen worden met die welke toekenning van auteursrecht rechtvaardigen, en dat daaraan in beginsel bescherming kan worden verleend via het recht van de ongeoorloofde mededinging”. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof een terechte en op juiste gronden gebaseerde overweging heeft gemaakt. Aan de prestaties van Elvis Presley komt in beginsel bescherming toe, omdat hij de uitvoerend kunstenaar is.

Inhoud arrest

Boogaard c.s. (verweersters) verveelvoudigt, vervaardigt en verspreidt diverse muziekcassettes, langspeelplaten en compact discs met producties van uitvoeringen door Elvis Presley onder de labels Platinum, Astan en Flash-Back. BMG c.s. (eiseressen) hebben in kort geding gesteld dat Boogaard c.s. een onrechtmatige daad pleegt, omdat zij van Elvis Presley de uitsluitende rechten hebben verkregen om de van zijn optredens gemaakte (geluids)opnamen openbaar te maken, te verveelvoudigen en te verhandelen.

Volgens het Hof Amsterdam valt het betreffende werk onder het auteursrecht dat rust bij BMG c.s. Voorts gaat het Hof ervan uit dat op basis van rechtsopvolging deze zelfde aanspraken op bescherming toekomen als eerst aan Elvis Presley als uitvoerend kunstenaar. De Hoge Raad zegt dat aan de prestaties van Presley als uitvoerend kunstenaar in beginsel bescherming toekomt. Deze bescherming en de bescherming die voortvloeit uit het auteursrecht strekken ertoe de kunstenaar de optie te geven om zijn prestaties te exploiteren en houden onder andere in dat de kunstenaar zich kan verzetten tegen de gebeurtenis dat van zijn prestaties zonder zijn toestemming opnamen worden gemaakt.

Het komt erop neer dat de prestaties van Presley op één lijn kunnen worden gesteld met zijn beschermd werk. Boogaard c.s. heeft onrechtmatig gehandeld jegens BMW c.s. door muziek van Elvis over te zetten naar eigen geluidsdragers en deze te verkopen.

De Hoge Raad vernietigt dan ook in principaal beroep het arrest van het Gerechtshof Amsterdam en verwijst de zaak naar het Gerechtshof van Den Haag. Boogaard c.s. draait op voor de proceskosten.