Hoge Raad, 8 februari 1985, Renteneurose
(http://ECLI:NL:HR:1985:AG4961)
Door Esmee Kuipers
Essentie
In het renteneurose-arrest heeft verweerder, die werkzaam was als politieagent in Curaçao, met een wapenstok verzoeker geslagen terwijl daar geen enkele reden toe was. Gezien het feit dat hier geen reden voor was is verweerder aansprakelijk gesteld. Verzoeker voert aan dat hij dagelijks fysiek en mentaal nadeel van ervaart. Hierom heeft hij schadevergoeding gevorderd.
Rechtsregel
Bij een onrechtmatige daad door middel van het toebrengen van letsel zullen de gevolgen van een door de persoonlijke predispositie van het slachtoffer bepaalde reactie op die onrechtmatige daad in het algemeen als een gevolg hiervan aan de dader moeten worden toegerekend, ook al houdt die reactie mede verband met de neurotische behoefte van het slachtoffer een vergoeding te verkrijgen en ook al zijn die gevolgen daardoor ernstiger en langer van duur dan normaal.
Inhoud
Het Hof heeft in de eerste instantie geoordeeld dat het uitblijven van genezing niet meer te maken heeft met het ongeval. Hierbij is aangevoerd dat verzoeker de vergoeding vordert omdat hij lijdt aan psychische klachten. Om die reden zou het uitblijven van de genezing van verzoeker volgens het hof het causaal verband ontbreken. De Hoge Raad oordeelt dat reacties die uit een ongeval voortkomen aan de dader moeten worden toegerekend. Hierbij is niet van belang of het slachtoffer schadevergoeding vordert wegens een psychische stoornis. Dit wil echter niet zeggen dat elk slachtoffer dat lijdt aan renteneurose schadevergoeding krijgt toegewezen. Het slachtoffer is volgens de Hoge Raad verplicht om er alles aan te doen om zo goed mogelijk van zijn psychische klachten te herstellen.