ECLI:NL:HR:1984:AB7952 (Levering aan lastgever)

Hoge Raad,  16 maart 1984,  levering aan lastgever
(ECLI:NL:HR:1984:AB7952)

Door Sebastian Cornielje

Essentie

De lasthebber in de zaak heeft gelden uit de lastgevers bedrijf belegd in onroerende zaken die op zijn eigen naam zijn gesteld. De lastgever wil dat de onroerende goederen aan haar geleverd worden door de lasthebber, echter weigert hij dit te doen.

Rechtsvraag

Van belang in deze zaak is in hoeverre de lasthebber verplicht is onroerende goederen te leveren aan de lastgever die wel op naam van lasthebber zijn gesteld. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam vernietigd en doorverwezen naar het Hof te ‘s-Gravenhage. Lastgever heeft lasthebber gedagvaard voor dit Hof, en deze heeft de vordering van lastgever toegewezen. Hierna is de lasthebber in cassatie gegaan.

Inhoud

Lasthebber had door lastgever, eigenaresse van een modehuis,  een volmacht gekregen als procuratiehouder van haar onderneming. De man heeft met de gelden uit de onderneming belegd in onroerende zaken op eigen naam en weigerde deze te leveren aan lastgever. De Hoge Raad oordeelt dat gezien het feit dat lasthebber gevolmachtigd was als procuratiehouder en dus “is opgetreden als middelijk vertegenwoordiger van de vrouw”, gehouden is de onroerende zaken die hij op eigen naam heeft aangeschaft te leveren aan lastgever. Doorgaans is het aan de lastgever in dit geval vrij om te kiezen of de door lastgever zijn gelden aangeschafte onroerende zaken op naam van lasthebber wel of niet geleverd worden.