ECLI:NL:HR:1983:AW8960 (Cessna-arrest)

HR Cessna, HR 9 maart 1983
(ECLI:NL:HR:1983:AW8960)

Door Michiel Hennevelt

Essentie
Kunnen kosten die op zakelijke gronden zijn gemaakt nog onzakelijk worden vanwege de hoogte? In deze zaak gaat het om een dokter die zijn zakelijke reizen met een eigen vliegtuig maakt tegen zeer hoge kosten. Moet de inspecteur deze kosten in aftrek toestaan?

Rechtsregel
In beginsel zijn alle kosten die binnen de ondernemingssfeer worden gemaakt aftrekbaar. Dit is anders als de verhouding tussen de kosten en het nut voor de onderneming zo scheef is dat geen redelijk denkend ondernemer de kosten zou hebben gemaakt.

Inhoud arrest
Belanghebbende, medisch specialist X, rekent een Cessna vliegtuig tot het bedrijfsvermogen van zijn onderneming. Met dit vliegtuig maakt hij een aantal zakelijke reizen naar patiënten, universiteiten en congressen. X trekt een bedrag aan beroepskosten af voor het gebruik van dit vliegtuig en vorige vliegtuigen. De inspecteur staat maar een gedeelte van deze aftrek toe. Hierbij baseert de inspecteur zich op het standpunt dat X slechts de kosten mag aftrekken die hij gemaakt zou hebben als hij gebruik zou hebben gemaakt van lijnvluchten. In geschil is of het vliegtuig tot het bedrijfsvermogen gerekend mag worden. Als dit niet het geval is, dan is nog in geschil hoeveel X dan wel aan kosten mag aftrekken voor de reizen.

Het Hof heeft overwogen dat in het algemeen alle kosten die in rechtstreeks verband met de onderneming zijn gemaakt van de winst mogen worden afgetrokken. Dit betekent echter niet dat een ondernemer op grond van persoonlijke overwegingen alle kosten die hij wil binnen de sfeer van de onderneming mag brengen. Het bedrag van de kosten moet in verhouding staan tot het nut voor de onderneming. Is dat niet het geval, dan kunnen slechts de kosten worden afgetrokken die een ondernemer zou maken die wel op zakelijke gronden had gehandeld. Het gebruik van het Cessna vliegtuig heeft volgens het Hof wel enig nut opgeleverd, maar dat staat niet in redelijke verhouding tot de kosten voor de onderneming.

Het gebruik van het vliegtuig is volgens het Hof dus vooral gebaseerd op de persoonlijke voorkeur van X en niet op zakelijke gronden. Het vliegtuig is niet als bedrijfsmiddel aan te merken. Hiertegen gaat X in cassatie.

De Hoge Raad herhaalt het oordeel van het Hof dat uitgaven in beginsel ten laste van de winst gebracht kunnen worden als die uitgaven gedaan worden met het oog op de zakelijke belangen van de onderneming. Ook over de uitzondering, namelijk dat de kosten niet in proportie zijn tot het nut dat de onderneming ervan heeft, is de HR het grotendeels eens met het Hof. De Hoge Raad blijkt echter een strengere toets aan te leggen dan het Hof: de kosten zijn alleen niet aftrekbaar als ‘geen redelijk denkend ondernemer kan volhouden’ dat de kosten een zakelijk doel dienen. Het cassatieberoep van X is in zoverre gegrond dat het verwijzingshof moet oordelen of de kosten voor het vliegtuig door deze verzwaarde toets van de Hoge Raad komen.