Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 13 september 2023, Diefstal vs. Verduistering
(ECLI:NL:GHSHE:2023:2954)
Essentie
Het hof gaat in deze zaak in op wat het verschil is tussen verduistering (art. 321 Sr) en diefstal (art. 310 Sr).
Rechtsregel
Het verschil tussen verduistering en diefstal zit in de afkomst van het goed. Er is sprake van verduistering indien verdachte het goed anders dan door misdrijf zich wederrechtelijk toe-eigent. Wordt daaraan niet voldaan, dan is waarschijnlijk sprake van diefstal.
Inhoud arrest
Aan de verdachte is primair verduistering (art. 321 Sr) en subsidiair diefstal (art. 310 Sr) van een scooter ten laste gelegd. Het hof gaat in op wat nu precies het verschil is tussen deze twee strafbare feiten.
Het hof stelt dat voor diefstal het oogmerk tot wederrechtelijke toe-eigening ten tijde van het wegnemen van het goed vereist is. Daarentegen is sprake van verduistering als iemand zich een goed wederrechtelijk toe-eigent, maar anders dan door misdrijf. Voor dit laatste dient gekeken te worden naar de afkomst van het goed. Als de dader het goed zelf gestolen heeft, dan kan dit bestanddeel van verduistering aldus niet bewezen worden, aldus het hof.
In deze zaak had verdachte zich als bonafide koper voorgesteld aan benadeelde. Vervolgens is hij echter weggereden met de scooter. Het hof constateert dat verdachte nimmer de intentie gehad heeft om de scooter te kopen. Integendeel, hij wilde van meet af aan de scooter stelen, aldus het hof. Daardoor kan in deze zaak niet gezegd worden dat verdachte de scooter onder zich had anders dan door een misdrijf. Het hof spreekt verdachte zodoende vrij van verduistering en veroordeelt verdachte ter zake van diefstal.